"Haarlem", klinkt het weemoedig. Alsof Wijks terugdenkt aan een oude vakantieliefde die hij bij nader inzien veel te snel heeft laten gaan. "Wat was het een prachtige club." De voormalig buitenspeler van Haarlem wordt nog geregeld door fans over zijn Haarlemse periode aangesproken. “Je ziet gewoon dat zij de club missen. Het is doodzonde dat HFC Haarlem niet meer bestaat. Ik heb er een geweldig mooie tijd gehad.”
Klein probleem
Op 25 januari 2010 viel het doek voor HFC Haarlem. De club bestond op dat moment 121 jaar en kon een schuld van één miljoen en een vordering bij de fiscus van twee ton niet meer te boven komen. “In de voetbalwereld noem je zo’n schuld ‘een klein probleem’, het ging om zo’n laag bedrag. Ik dacht daarom altijd dat het wel goed zou komen. Er zou vast wel iemand opstaan en ons redden. Maar een externe geldschieter is er nooit gekomen.”
Het faillissement zorgde voor grote zorgen bij de spelers van Haarlem. “Iedereen was in paniek. Ik was emotioneel, kon het niet geloven. Er brak een periode van onzekerheid aan. Er moet toch brood op de plank komen. Ik hoop dit nooit meer mee te maken.” Maar Wijks dacht bij het omvallen van de club niet alleen aan de selectie. Hij zag supporters een minuut stilte houden en met noodacties proberen de club overeind te houden. Mensen die al jaren bij de club werkten waren in diepe rouw. “Het was hun alles, het was hun trots en die is nu weg. Ze hebben nog veel geprobeerd, maar ik wist dat het niet meer goed zou komen. Klaar is klaar. Zoiets raakt niet alleen de spelers, maar juist ook de echte clubmensen.”
Real Madrid
De KNVB was onverbiddelijk. Hoe anders is dat bij andere voetbalbonden. Bijvoorbeeld in Spanje waar Real Madrid al jaren een schuld heeft van honderden miljoenen. “Natuurlijk komt daar ook heel veel geld binnen, maar toch is het wrang. Ik vind het goed dat de KNVB bij ons streng was. Je voorkomt dat er een potje van wordt gemaakt. Het zou mooi zijn als de UEFA of de FIFA andere voetbalbonden verplicht om ook zo streng te zijn.” Wijks weet dat collega’s in Griekenland en Cyprus soms hun geld niet krijgen. Zelf heeft hij daar nooit last van gehad. “Haarlem betaalde ons altijd op tijd. Maar je zag wel dat het steeds moeilijker werd. Uiteindelijk waren we niet meer te redden, hoe pijnlijk dat ook is. Als er niet ingegrepen was, was uitstel op uitstel gevolgd. Het was gewoon klaar, het kon niet meer.”
De aanvaller zag na Haarlem ook RBC Roosendaal en BV Veendam failliet gaan. FC Twente balanceerde op het randje van de dood, maar overleefde net. “Ik dacht dat Twente ook failliet zou gaan. Hun schuld was zo groot! Maar gelukkig bestaan ze nog. Ik denk bij faillissementen altijd aan de spelers van de clubs. Ik weet wat ze meemaken en leef echt met ze mee. Het is een vreselijke tijd.”
Warme club
HFC Haarlem bestaat inmiddels al acht jaar niet meer. Toch zitten de herinneringen van Wijks aan de club nog vers in het geheugen. “Het was een heel warme vereniging. Dat zal me altijd bijblijven. Iedereen stond voor je klaar. Je werd meteen goed opgevangen, ook door de supporters. Ik voelde me meteen één van hen. Dat is een heerlijk gevoel. Het was een perfecte club voor jonge spelers.”
Dat ondervond Wijks zelf aan den lijve. Op 22-jarige leeftijd verruilde hij Sparta voor de club uit Noord-Holland. Hij kwam terecht in een warm bad. “Ik reed elke dag met een glimlach naar de club. We hadden een fantastische spelersgroep met jongens als Dave Heijmans, Mitchell Burgzorg en Laurens ten Heuvel. Je maakte met hen altijd wat mee. Zij hadden geweldige voetbalhumor. Het was echt een feestje om naar de club te gaan." Aan dat feestje kwam op ruwe wijze een einde. “Maar ondanks het faillissement kijk ik met een fantastisch gevoel terug op die periode. HFC Haarlem zal altijd in mijn gedachten blijven, ik zal de club nooit vergeten!”