Makaay, tegenwoordig assistent-trainer bij Feyenoord, speelde vier seizoenen voor Deportivo. In zijn eerste seizoen werd hij kampioen van Spanje, in zijn vierde en laatste seizoen (2002/03) kroonde de Wijchenaar zich tot topscorer van LaLiga én Europa. "Wat betreft het aantal doelpunten was dat het beste seizoen in mijn carrière. Ik maakte er dus 29 in LaLiga en nog negen in de Champions League, in elf duels. Ik scoorde vier keer tegen Bayern: drie keer in München en de winnende in A Coruña. Ik heb ze toen vast getriggerd in München voor mijn latere transfer", zegt Makaay in de nieuwe ELF Voetbal, die vanaf nu in de winkels ligt.
"Ik hield in 2003 de Braziliaanse Ronaldo van Real, Nihat en Kovacevic van Sociedad en Raúl en Kluivert achter mij op de Spaanse topscorerslijst. In mijn laatste competitiewedstrijd voor Deportivo, thuis tegen Espanyol, wilden mijn ploeggenoten mij aan nog meer goals helpen. Alle ballen vlogen mijn kant op. Ik maakte die wedstrijd nog een geweldige goal. Een speler van Espanyol wilde de bal wegwerken, maar schoot de bal tegen mijn borst, waarna de bal in het doel vloog, haha. We werden dat jaar derde, achter kampioen Real en Sociedad, waar Sander Westerveld keepte. Met Deportivo werd ik kampioen, twee keer tweede en dus een keer derde.”
Wat was het geheim achter het succes van Deportivo?
“Wij hadden een team waarin alle spelers elkaars kwaliteiten kenden. Op doel stond Songo’o, een Kameroens international. Als je had gescoord stond hij als eerste naast je, haha. Hij rende het veld over. We hadden met Manuel Pablo en Enrique Romero twee backs die negentig minuten naar voren en naar achteren renden. Centraal stond onze Marokkaanse superster Naybet met Cesar, een jonge Spanjaard, of Donato, een ervaren Braziliaan. Op het middenveld vormden de twee Brazilianen Mauro Silva en Flávio Conceiçao een blok. Voor die twee stonden Victor, Djalminha en Fran. Djalminha was geweldig. En onvoorspelbaar. Hij gaf onze trainer Javier Irureta eens een kopstoot tijdens een training. Hij werd toen geschorst, maar op aandringen van onze aanvoerders kwam hij al snel terug. Ik kan me herinneren dat hij eens tegen Real de bal hakte, over zich heen wipte en zich zo vrij speelde tussen een paar Madrilenen. Uit die aanval werd nog gescoord ook. Maar de beste speler van allemaal was Juan Carlos Valerón. Hij kwam na het kampioensjaar samen met Molina en Capdevila, die later nog met Spanje wereldkampioen werd, over van Atlético Madrid."

"We hebben vier jaar lang echt een topploeg gehad. Onze tactiek was afgestemd op de centrumspits. Dat was ik of Diego Tristán, die in 2002 topscorer van Spanje werd. Ik wist dat ik de diepte in moest gaan als Djalminha of later Valerón aan de bal was. Wanneer Victor de bal aan de zijlijn kreeg kwam er een voorzet. Als je succesvol wil zijn als ploeg moet je elkaars kwaliteiten benutten. Je kunt als spits een goede kopper zijn, maar als je geen voorzetten krijgt heb je er niets aan. Wij speelden bijna altijd 4-2-3-1: thuis aanvallend, uit meer op de counter. In Riazor waren we nagenoeg onverslaanbaar. Barça en Real kwamen er ook niet graag. In Camp Nou waren we ook sterk. We wonnen er twee jaar op rij: 2-3 en 2-4. Ik scoorde die laatste keer twee keer. In Madrid hadden we het moeilijk, terwijl we Real in Riazor nog eens met 5-2 van de mat veegden.”
Laatste nieuws
Resultaten
x
Binnenland
Hoe Roy Makaay uitgroeide tot een legende in A Coruña
Hij is de vierde en vooralsnog laatste Nederlandse winnaar van de Gouden Schoen, voor de topscorer van Europa: Roy Makaay (43). In het shirt van Deportivo La Coruña maakte hij in het seizoen 2002/03 29 goals. Vijftien jaar na het ontvangen van de Gouden Schoen, uit handen van Eusébio in Monaco, blikken we met Makaay terug op zijn glorieuze periode in Galicië.

