Powel kijkt met een tevreden gevoel terug op zijn carrière als profvoetballer. “Als je bedenkt dat ik op 23-jarige leeftijd nog in de tweede klasse speelde, is het ongelofelijk wat ik allemaal heb mogen meemaken.” De spits werd meerdere malen kampioen in de Jupiler League, werd topscorer, speelde bij een ambitieuze subtopper en beleefde een mooi buitenlands avontuur. “Wat dat betreft heb ik niet één groot hoogtepunt meegemaakt, maar allemaal hoogtepunten.”
Trots
In 2014 stopte Powel als profvoetballer, maar hij voetbalt nog altijd op een prima niveau. Nadat hij zijn carrière als prof beëindigde bij Roda JC, ging hij door met scoren in de topklasse en later in de tweede divisie met Kozakken Boys. “Daar ben ik wel trots op. Het is heerlijk dat me dat nog altijd goed lukt. Het kampioenschap met IJsselmeervogels in derde divisie was ook geweldig. Niet verliezen met de grootste amateurclub van Nederland… Daar ben ik best trots op.”
Hij is inmiddels alweer 38 jaar oud, maar de spits denkt nog niet aan stoppen met voetballen op hoog niveau. “Ik ga na dit seizoen sowieso nog een jaar door. Ik vind het nog veel te leuk om ermee te stoppen. Het voetbal heeft me ook zoveel gegeven.” De aanvaller kijkt zonder enige wrok terug op zijn mindere seizoenen. “Daar zit ik niet meer mee. Ik kijk met een trots en tevreden gevoel terug.”
Spanje
Eén van zijn mooiste periodes als voetballer beleefde Powel in Spanje. Op een bijzondere manier kwam hij bij Gimnàstic de Tarragona terecht. “Nadat mijn contract bij ADO ontbonden was, ging ik wedstrijden spelen met een team van Dennis van Beukering. We speelden duels tegen buitenlandse profclubs met een team vol spelers zonder club. Dat ging best aardig en na een tijdje bracht Dennis me in contact met een man die spelers naar Spanje bracht. Ik ging op proef bij Albacete, dat liep op niks uit. Maar ik kon uiteindelijk wel bij Gimnàstic terecht.”
Na een moeilijke start kende hij een prima debuutseizoen. “Het was belangrijk dat ik na het begin rustig bleef. Bij FC Groningen ben ik denk ik te snel weggegaan. Ik werd ongeduldig en wilde spelen, maar ik had op mijn kans moeten wachten.” In Spanje deed hij dat wel en het legde hem geen windeieren. “Ik heb in prachtige stadions gespeeld tegen Villarreal en Deportivo La Coruña en ben gepromoveerd naar de Primera Division. Dat zijn ervaringen die niemand me meer afpakt.”
Waar hij in de lagere divisies van Spanje en in de Jupiler League uitstekend presteerde, lukt het in de Eredivisie maar niet. Waar hij in één seizoen eerste divisie negentwintig doelpunten wist te maken, kwam hij in een flink aantal seizoenen in de Eredivisie niet verder dan vijftien treffers. “Natuurlijk vind ik het jammer, maar aan de andere kant kun je het niet vergelijken. Het niveauverschil is enorm. Je kunt niet verwachten dat iemand die aan de lopende band scoort in eerste divisie, ook negentwintig doelpunten gaat maken op het hoogste niveau.”

