Sprookjes zijn verzonnen. En iets dat verzonnen is, heeft de schijn niet waargebeurd te zijn. Of niet écht. Maar is het totale oeuvre van Beethoven niet ook ooit verzonnen? En is Bohemian Rhapsody niet ook ontsproten uit de fantasie van een creatieve geest?
Een transfer naar een subtopper in de Eredivisie: een paar jaar geleden leek het nog te mooi om waar te zijn. Maar Cyriel Dessers zit er toch echt, op een terras in de schaduw van de Utrechtse Domtoren. Met op de hoek van de tafel het felrode shirt van zijn nieuwe club. Sprookjesachtig was ook de ontknoping van het voorbije seizoen. Met zeven doelpunten in vier play-offduels bezorgde Dessers NAC Breda én zichzelf de vurig gewenste promotie.
Even hadden ze ruzie gehad, Stijn Vreven en Cyriel Dessers. De coach van NAC verweet zijn sterspeler en landgenoot een gebrek aan focus. Hij zou met zijn gedachten bij een transfer zijn. Uitgerekend met de play-offs voor promotie voor de deur. De belangstelling van FC Utrecht was de worm in Vrevens oogappeltje.
"Toen ben ik echt boos geworden", zegt Dessers, terwijl hij zijn ogen iets samenknijpt. "Daar was echt geen sprake van. Zo steek ik niet in elkaar. Ik kan zoiets heel makkelijk van mij afzetten." De tienduizenden dronken supporters die na de laatste play-offwedstrijd tegen NEC zijn naam scandeerden waren het daar duidelijk mee eens.

VAKANTIE
Zijn stem is rustgevend. Een kabbelend beekje in de Ardennen. Een beekje met een flinke stroming wel. Cyriel Dessers heeft weinig vragen nodig om zijn verhaal te doen.
Het is warm op het Domplein. Zo'n dag waarop je constant het verlangen voelt om de zon een duwtje achteruit te geven. Dessers draagt een ruitjesoverhemd met lange mouwen. Helblauwe ogen, bruin kroeshaar met blonde uitlopers. Dat laatste is het werk van de zon. Dessers is terug van een korte vakantie op Curaçao. Even weg van de voetbalwereld. Althans, dat was het plan. In hetzelfde hotel liep hij Jaïro Riedewald, Kenny Tete, Kaj Sierhuis, Dani de Wit, Peter Bosz, Daley Blind, Jeremiah St. Juste, Fabian Sporkslede, Rick van Drongelen en nog een keur aan voetballers tegen het lijf.
Zwemmen met schildpadden, baaitjes bezoeken, ontspannen met een boek. Ook is hij gaan diepzeevissen, al kwamen daar geen vissen bij kijken. "Ik had er al geen zin in, maar werd overgehaald door Kaj Sierhuis en Dani de Wit van Jong Ajax. We hadden al vrij snel door dat we geen vis zouden vangen. Volgens mij zijn we opgelicht. Het zwemmen met de schildpadden was wel fantastisch, echt een hoogtepunt. Een van de mooiste dingen die ik heb gedaan in mijn leven."
Dessers kon een ontspannende vakantie goed gebruiken. Voor het eerst in zijn carrière kreeg hij een volledig seizoen het vertrouwen en een basisplaats. "Ik heb veertig wedstrijden gespeeld, meer dan drieduizend minuten. Nou, dat voelde ik wel aan het eind van het seizoen. Meteen na de promotiewedstrijd tegen NEC stak ik mijn armen in de lucht om te juichen, maar mijn armen wilden niet meer. Zo kapot was ik. Van de feestfoto's in de kleedkamer, de bierdouche voor Vreven, heb ik niets meegekregen. Ik stond op dat moment op de gang uit te hijgen."
VERDIEPING
Profvoetballers zijn onder te verdelen in twee groepen. Zij die hele dagen voor de PlayStation hangen en zij die ook weleens iets anders doen. Een instrument bespelen, musea bezoeken, een boek ter hand nemen. Die laatste groep is kleiner dan die eerste, geeft Cyriel Dessers toe na een kritische blik van zijn bevrager. De groep profvoetballers halverwege op weg naar een rechtendiploma is nóg kleiner. En de groep profvoetballers die speciaal voor een interview vanuit Antwerpen naar Utrecht rijden zo mogelijk nóg kleiner.
"Ik vind dat interviews bij mijn beroep horen. Dus vind ik het ook niet meer dan normaal om er energie en tijd in te steken", zegt Dessers. Dat het tegenovergestelde de norm is in het voetbal is voor hem niet relevant. Dat hij vaker van die norm afwijkt dan eraan voldoet net zo min.
"Ik voel me niet anders dan anderen. Maar iedereen heeft eigen interesses. Sommigen spelen de hele dag op de PlayStation, anderen lezen een boek. Ik vind het allebei leuk. Mijn ouders vonden het altijd belangrijk dat ik mezelf blijf ontwikkelen. Ook toen ik na twee jaar besloot mijn studie rechten aan de universiteit van Leuven te staken. Regelmatig een boek lezen en veel reizen om over de wereld te leren passen daarbij. Een paar jaar geleden heb ik een boek gelezen over sportpsychologie. Dat heeft mij geholpen. Ik heb veel bijgeleerd over in een flow geraken, focus vinden tijdens de warming-up zodat je de wedstrijd speelt op de automatische piloot. Alles wat je kunt en kent zit in je en omdat je niet nadenkt komt het er vanzelf uit. Als je te veel nadenkt ga je forceren. Dan kom je nooit in je spel. Bij NAC hadden we vorig seizoen een sportpsycholoog, die mijn ideeën bevestigde. Samen hebben we gezocht naar de focus. Ik kan wel zeggen dat ik 'm tijdens de play-offs echt te pakken had."
"Maar ik ben heus niet de enige voetballer die houdt van verdieping. Op Curaçao was Fabian Sporkslede een boek aan het lezen, van Rasmus Ankersen (de voorzitter van FC Midtjylland en directielid van Brentford FC, red.). Over hoezeer talent is aangeboren. Waarom komen marathonlopers allemaal uit hetzelfde dorpje in Ethiopië? Waarom komen alle sprinters van dezelfde atletiekclub in Jamaica? Waarom komen 150 van de vijfhonderd beste golfsters uit Korea? Ik heb al gevraagd of ik dat boek mag lenen zodra Fabian er klaar mee is."
"En bij Lokeren speelde ik met Alexander Scholz. Op zijn achttiende stopte hij met voetballen om een jaar lang de wereld rond te reizen. Daarna is hij in IJsland gaan voetballen omdat hij dat een mooi land vond. Vervolgens is hij via Lokeren bij Standard Luik beland. Hij wil later een tweedehandsboekenwinkel openen in Kopenhagen. Dus het kan wel. Die extremen spreken mij wel aan. Zelf zou ik zoiets ook overwegen. Aan het eind van mijn carrière zou ik graag in landen als Korea, Australië, Zuid-Afrika of IJsland willen spelen."
Nog kleiner dan de groep voetballers die van Antwerpen naar Utrecht rijden voor een interview is de groep voetballers die ooit een tankstation met belendende wasserette hopen te openen in Korea. "Daar had ik het laatst met mijn ouders over, haha. Het lijkt mij gewoon een goed idee. Al zou ik met een carwash in Nederland of België ook al tevreden zijn hoor, haha."
SPROOKJE
Dessers was nooit het wonderkind met de gouden voeten. Geen Youri Tielemans of Dennis Praet, die zich als zestienjarigen al gevolgd wisten door het voltallige scoutensemble van de Europese elite. Hij noemt zichzelf een laatbloeier. Pas op zijn negentiende mocht hij zich prof noemen. Plan A werd Plan B en vice versa. Met frisse tegenzin onderbrak Dessers zijn studie rechten voor een betrekking bij KSC Lokeren.
"Ik ben nooit bestempeld als het grote talent. Toen profclubs zich in mijn jeugd voor mij meldden hielden mijn ouders de boot af. Als je écht goed bent komen ze wel voor je terug, zei mijn vader altijd. Mede daarom heb ik altijd rekening gehouden met een carrière buiten het voetbal. Drie jaar geleden heb ik besloten om toch vol voor het voetbal te gaan. Nu speel ik bij FC Utrecht. Je kunt dus wel concluderen dat ik destijds de juiste keuze heb gemaakt."
Zijn ervaringen in de collegebanken neemt hij mee naar het veld. "Ik wil dingen begrijpen. Ben er van kleins af aan al mee bezig om me af te vragen hoe dingen in elkaar zitten. Ik kan me voorstellen dat sommige mensen zich weleens aan mij ergeren. Ik stel veel vragen. Niet om mensen aan te vallen, maar omdat ik meer te weten wil komen. Als ik iets beter begrijp kan ik iets beter uitvoeren. Mijn studie rechten is het gevolg van die onderzoekende houding. Jezelf dingen afvragen. Zoeken naar verklaringen. Je kunt wetboeken niet van buiten leren, dus zult het moeten begrijpen."
Zo leerde Dessers de voorbije jaren ook zichzelf beter te begrijpen. Zijn krachten en zijn valkuilen. Inzichten waarmee hij zijn voordeel wil doen. "Misschien ben ik wel te aardig voor een spits. Ik moet gemener zijn. Veel harder. Ik wil dat aardige voor een deel behouden, zo ben ik gewoon, maar op het veld mag de knop nog weleens om. Ik moet het evenwicht vinden. Zolang ik blijf bijleren weet ik zeker dat ik vanzelf goed ga spelen en scoren. Dat is een kettingreactie. Als je aan het begin de juiste stappen zet word je daar aan het eind voor beloond met prijzen en prestaties."
Een beter voorbeeld voor die stelling dan afgelopen seizoen is niet denkbaar. En de positieve herinneringen aan NAC gaan verder dan 29 doelpunten en een promotie. Dessers werd fan van de club uit Breda. Hij voelde zich gewaardeerd, geliefd, aanbeden bijna. Een filmpje van een vader die zijn ontroostbare zoon vertelt dat Dessers naar FC Utrecht vertrekt ging viraal. "Ik zag het filmpje 's avonds in het hotel. Dat maakte indruk. Ik kan nog altijd niet geloven dat ik zoiets losmaak bij mensen, bij kinderen. Ze noemen mij een held, maar dat is helemaal niet waar. Ik heb gewoon mijn best gedaan. Dat ik daarmee zoveel kan betekenen voor mensen is prachtig", zegt Dessers. En de zevenjarige Marien is niet de enige NAC-supporter die de spits wist te raken. "Al die duizenden supporters bij de huldiging die mijn liedje zongen. Cyriel, jalalalalaaaa. Vuurwerk knalde overal om ons heen. Dat raakt je echt." Mooier had Dessers het niet kunnen verzinnen. Échter ook niet.

