Dinsdagavond, 19.58 uur. De straten in België zijn verlaten, de huiskamers en pleinen bomvol. De Rode Duivels staan gearmd voor het volkslied voor de confrontatie tegen Frankrijk. Voor de halve finale zingen drie voormalig AGOVV-spelers het volkslied duidelijk mee. Alle drie op een andere plek. Chadli op het veld in het Stadion Krestovski gelegen in Sint-Petersburg, Mertens vlak voor de dug-out vanuit datzelfde stadion en Kabeya thuis vanaf bank in Ronse. “Ik ben heel trots op ze. Soms denk ik wel: daar had ik ook kunnen staan, maar dat maakt het niet minder mooi dat zij er staan. Ze hebben het verdiend.”
Aston Villa
Op 16 juni in het jaar 1987 werd Christian Kabeya geboren in Kinshasa, de hoofdstad van Democratische Republiek Congo. Al snel verhuisde de familie Kabeya naar België. De jonge Christian ging voetballen bij KSK Ronse in zijn woonplaats en al snel werd duidelijk dat de jonge middenvelder talent had. Hij werd gescout door Excelsior Moeskroen en werd ook daar op handen gedragen. “Het leek allemaal vanzelf te gaan. Ik hoorde van iedereen dat ik een supertalent was en hoorde al op jonge leeftijd dat onder andere Schalke 04 en Manchester United achter me aanzaten.” Op vijftienjarige leeftijd koos Kabeya voor Aston Villa. In Engeland tekende de Belg zijn eerste profcontract. “Het hoogtepunt uit mijn carrière. Mijn familie was zo trots op me.”
Zijn start in Birmingham was indrukwekkend en Kabeya belandde uiteindelijk in de beloftenploeg van Aston Villa. “Toen merkte ik voor het eerst dat talent alleen niet genoeg was. Ik had jarenlang alleen daarop geteerd, het zorgde ervoor dat ik bij de beloften en het eerste een achterstand had. Het kwartje viel te laat en uiteindelijk moest ik vertrekken.” De veelvuldig jeugdinternational koos voor AGOVV en kwam daar met Mertens en Chadli twee talentvolle landgenoten tegen. “Ik had een voorsprong. Vanaf mijn dertiende had ik in de nationale jeugdselecties van België gezeten, terwijl zij nog nooit waren opgeroepen.”
Van de Brom
In Apeldoorn werden de drie Belgen goede vrienden. "We waren bijna altijd samen en hadden echt een heel goede band. We kwamen bij elkaars familie over vloer en gingen samen de stad in. Het was een mooie tijd." Terwijl Mertens en Chadli opvielen met hun goede prestaties, viel Kabeya langzaam maar zeker buiten de boot. "Terwijl ik wel veel geleerd heb van trainer John van den Brom. Maar ik denk dat het een mentaliteitskwestie is geweest. Zij deden er alles aan om beter te worden, ook buiten de trainingen om. Ik had dat toch minder. Ik leunde op mijn talent, terwijl zij ervoor vochten.
Ondanks zijn sportief weinig succesvolle periode in Nederland, genoot Kabeya wel degelijk. Zo zag hij hoe zijn landgenoten steeds beter gingen presteren. "Ik kon vooral genieten van Nader. Hij had alles. Deed me denken aan Ronaldo. Hij was snel, sterk en had een fantastisch schot. Ik dacht echt dat hij de absolute top zou halen. Bij Mertens had ik dat niet verwacht. Vanwege zijn geringe fysiek ging hij duels vaak uit de weg. Zeker in de beker tegen clubs uit de Eredivisie. Ik dacht dat het hem zou opbreken."
Laatste kans
In 2009 scheidden de weg van de drie vrienden. Op het moment dat Mertens en Chadli steeds grotere stappen richting de top zetten, vocht Kabeya in Roemenië voor zijn laatste kans als profvoetballer. "Ik kreeg een contract aangeboden. Maar besloot na twee weken dat niet te tekenen. Op de trainingen zag je kleine kinderen op de club komen, op zoek naar eten en kleding. Zoveel armoede. De voorzitter kwam in de rust regelmatig in de kleedkamer en zei dat als we niet goed speelden, we ons geld niet kregen. Dat was niks voor mij." Zijn contact met zijn AGOVV-vrienden verwaterde ondertussen. "Dat kwam vooral door mijzelf. Ik wilde het niet laten overkomen dat ik met hun omging om van ze te profiteren. Dat heb ik zelf bij Aston Villa vaak genoeg mee gemaakt. Als ik bijvoorbeeld een shirtje van hun wil voor mijn neefje, koop ik dat zelf en vraag ik het niet aan hen"
Kabaya nam afstand, maar de vriendschap bleef bestaan. "We nodigden elkaar uit op elkaars huwelijk en hebben nog altijd een goed gevoel bij elkaar." Kabeya genoot dan ook van zijn vrienden op het WK. "Ik ben heel erg trots op ze. Het nationale elftal heeft voor eenheid tussen de Walloniërs en de Vlamingen en voor een enorme voetbal koorts gezorgd. De wereldtitel zijn we dan wel misgelopen, maar deze gouden generatie kan over twee jaar alsnog een prijs winnen."