De transferperikelen rondom Björn Johnsen zeggen genoeg over de positie van AZ op de markt. Clubs zoals ADO Den Haag weten dat er geld zit in Alkmaar, dus verlangen de hoofdprijs voor hun speler. Technisch directeur Max Huiberts sprak zich openlijk uit over deze houding; voor ADO zou Johnsen met de eerste aanbieding al de duurste uitgaande transfer ooit worden. De Noor kwam uiteindelijk voor 2,3 miljoen euro naar Alkmaar. Daarmee is hij lang niet de duurste aankoop van AZ. We moeten daarvoor terug naar de zomer van 2007.
Toen betaalde AZ zes miljoen euro voor de komst van Graziano Pellè. Die investering was bedoeld om aansluiting te vinden bij de Nederlandse top. Destijds werd het geen succesverhaal. Pellè kwam over van Lecce en flopte. De Italiaan was 21 en nog te onervaren om te slagen in de eredivisie. Later deed hij dat wel bij Feyenoord.
Angstvallig
AZ heeft een les geleerd uit die mislukking. Sindsdien houdt de leiding de hand angstvallig op de knip. Sterker nog, deze zomer is er in totaal nog niet eens meer dan zes miljoen euro uitgegeven aan nieuw spelersmateriaal. Marko Vejinovic kwam voor 1,25 miljoen euro over van Feyenoord en Henri Weigelt voor 1,2 miljoen euro van Arminia Bielefeld. Verder werd er een paar ton neergelegd voor de komst van Telstar-doelman Rody de Boer. De rest van de nieuwe gezichten zijn transfervrij opgehaald.

Het rijtje met duurste aankopen dat volgt na Graziano Pellè is Ari (vijf miljoen euro), Moussa Dembele (vijf miljoen euro), Hector Moreno (vier miljoen euro) en Simon Poulsen (3,6 miljoen euro). Zij completeren de top vijf. Het zijn stuk voor stuk aankopen die later op een hoger niveau in Europa hebben geacteerd.
Voorlopig blijft Pellè de duurste aankoop aller tijden van AZ. De selectie voor komend seizoen is met Johnsen min of meer rond. Er lopen voldoende buitenspelers rond die in de voetsporen kunnen treden van Jahanbakhsh. Nu het seizoen voor AZ al is begonnen, hoeven er weinig veranderingen meer te worden verwacht.

