Aan de rand van Olbia, de vierde stad van Sardinië, ligt bij een grote rotonde aan de rand van het water het Stadio Bruno Nespoli. De stadionmasten torenen hoog boven de omgeving uit. Bijna vierduizend toeschouwers kunnen plaatsnemen in het onderkomen, dat zeker een moderne facelift kan gebruiken. “Maar we zijn daar alleen bij wedstrijden”, vertelt Van der Want.
De 23-jarige sluitpost uit Delft staat aan de vooravond van zijn vierde seizoen bij Olbia Calcio, dat afgelopen seizoen als nummer dertien van de Serie C afsloot. Van Girone A om precies te zijn. Vanwege organisatorische redenen is de nieuwe competitie met twintig clubs uitgesteld tot september. Naast clubs als Siena, Novara en Pisa treft Olbia komend seizoen ook de U23-ploeg van Juventus, dat voor het eerst deelneemt aan de Italiaanse voetbalpiramide. Al werkt Olbia op haar beurt sinds 2016 intensief samen met Cagliari, waardoor diverse jonge talenten uit de Sardijnse hoofdstad in het noorden van het eiland worden gestald.
Play-Offs
“We hopen ons komend seizoen te plaatsen voor de Play-Offs”, blikt Van der Want vooruit tegenover ELF Voetbal. De drie nummers twee van de Serie C strijden voor het laatste ticket in de Serie B. “Het zou helemaal fantastisch zijn als we dat met mooi voetbal bereiken. Het niveau van de Serie C is te vergelijken met de Eerste Divisie. Een aantal clubs heeft ook mooie stadions, dan denk ik aan Pisa, Piacenza, Monza, AlbinoLeffe, Catania en Siena. Maar net zoals voor heel Italië geldt, tachtig procent is oud.”

De uitduels vormen voor Olbia Calcio telkens vliegreizen. “Alleen Arzachena komt van Sardinië. Vaak vliegen we één en soms twee dagen voor de wedstrijd al naar de tegenstander. Ik vind vliegen geen probleem, ben het inmiddels gewend. Het is beter dan zes uur in de bus zitten. We vertrekken altijd vanuit vliegveld Olbia – Costa Smeralda. Van daaruit kun je ook rechtstreeks naar Amsterdam vliegen.”
In 2014 maakte Van der Want op negentienjarige leeftijd de stap van ADO Den Haag naar Italië. Eerst naar Virtus Entella, een club uit de Serie B. “In mijn voorlaatste jaar bij ADO werd ik gebeld door een tussenpersoon met de vraag of ik interesse had om naar Italië te gaan. Daar had ik wel oren naar. Ik trainde eerst mee met Livorno en ging daarna op proef bij Entella. Bij die laatste club tekende uiteindelijk mijn eerste profcontract.”
Sardinië
Na een jaar stapte de 1,90 meter lange sluitpost over naar Olbia. “Dat betekende niet alleen een nieuwe uitdaging, ik zag daar ook meer kans op speeltijd. Sardinië is misschien wel een van de mooiste plekken van Europa. Daar voetballen leek me geweldig.” Daar heeft hij nog geen moment spijt van gekregen. “Olbia is een heel warme club, waar ik me thuis voel. Een club met ambitie en een club die wat uit wil stralen. Alles is ook uitstekend georganiseerd.”

Van der Want voelt zich op zijn plaats. “Ik heb het geweldig naar mijn zin hier. Het gevoel dat ik hier heb zal ik niet snel op een andere plek tegenkomen. Maak hier een wedstrijd mee en je weet wat ik bedoel. De club heeft een plek in mijn hart gekregen. Ik ben niet alleen speler van de club, maar ook supporter.”
Als kind had hij niet zoveel met Italië. “Eigenlijk niet. Ik was er twee keer op vakantie geweest, maar dat gevoel is nu volledig veranderd. Ik moest natuurlijk wennen nadat ik overstapte. Daar had ik zeker drie maanden voor nodig. Vooral de eettijdstippen waren nieuw voor me. Dat gebeurt pas ’s avonds laat. Tussen één en vier zijn ook alle winkels dicht. Nu denk ik daar niet eens meer over na.”
Tekenfilmpjes
Hij spreekt vloeiend Italiaans. “Ik leerde het via tekenfilmpjes, haha. En uiteraard door het gewoon te proberen. Dat moet ook wel, want bijna niemand hier spreekt Engels.” Zijn naam is wel een probleem voor de Italiaanse fans. “Ze zeggen Maartien! Ze spreken het nooit goed uit. Ach, daar raak je aan gewend.” Hij heeft ook een Italiaanse vriendin. Samen hebben ze drie kinderen. “De twee meisjes heten Anita en Diletta en onze zoon Jacopo.”

Contact met zijn voormalige ploeggenoten van ADO Den Haag heeft hij sporadisch. “Het meest met Tom van Veen. Met hem speelde ik al samen bij de amateurs van SV Honselersdijk. Hij zit zelfs in mijn vriendengroep van ADO Den Haag.” Als doelman noemt hij zichzelf een technische keeper. “Ik ben een allrounder. Ik kan van alles wel goed, haha. Maar ik heb geen punt waarvan ik zeg dat het mijn specialiteit is,” aldus Van der Want, die ook de Zuid-Afrikaanse nationaliteit draagt omdat zijn vader daar is geboren.
Voor de toekomst heeft hij één grote droom. “Dat is uitkomen in de Serie A. Dat wil elke speler. Als voetballer moet je altijd blijven dromen. Maar ik zou ook gerust hier nog tien jaar kunnen spelen. Daar zou ik geen probleem mee hebben.”

