In het seizoen 2016/17 stond Feyenoord heel het jaar bovenaan. Dat kwam door de goals van Nicolai Jörgensen en Jens Toornstra, de individuele acties van Eljero Elia en Steven Berghuis, maar ook zeker door het goede verdedigende werk van Eric Botteghin en Jan-Arie van der Heijden. Slechts 25 doelpunten moesten de Rotterdammers toestaan dat jaar, twee meer dan PSV en Ajax. Dat was de jaren daarvoor altijd anders geweest.
Vorig jaar ook weer, want toen kreeg Feyenoord liefst 39 doelpunten om de oren. Dat kwam mede door de lange absentie van zowel Botteghin als Van der Heijden. Toch heeft dat duo sindsdien ook geen onuitwisbare indruk meer kunnen achterlaten. Waren de goede prestaties van beiden eenmalig in het kampioensjaar of kunnen ze wel gelijkwaardige statistieken overleggen? We bekijken hun prestaties via whoscored.com.
Smekend om een pingel tegen De Graafschap
Botteghin vaker de bal
Uiteraard, het seizoen is nog piepjong, maar in de gemiddeldes van Botteghin zit wel een schrijnend verschil. Zeker in defensief opzicht. Vooral wat betreft intercepties (1 gemiddeld om 3 gemiddeld) en opruimingen (2.7 gemiddeld om 5.7 gemiddeld) stond Botteghin veel vaker op de juiste plek om handelend op te treden tijdens het kampioensjaar. Zoals Mitchell Te Vrede afgelopen weekend weg kon lopen bij de Braziliaan, had waarschijnlijk niet gelukt toen Botteghin in de vorm van zijn leven verkeerde. Bij Van der Heijden zijn de verschillen minder groot.
In de passing valt vooral op dat Botteghin dit seizoen veel vaker de bal heeft dan in het kampioensjaar. Omdat de ex-speler van onder meer FC Groningen niet de beste opbouwer is, weet hij vaak niet de juiste oplossing te vinden of speelt hij een risicoloos passje naar een medespeler. In het kampioensjaar konden ze Botteghin dus vaker overslaan in de opbouw en de oplossing ergens anders zoeken. Voor Van der Heijden scheelt het ook in dit geval niet veel, al is hij dit seizoen wel een stuk secuurder in zijn passing dan twee jaar geleden (93 om 86%).
Concurrentie
De verschillen met het kampioensjaar zijn dus vooral significant bij Botteghin, bij Van der Heijden geldt dat minder. Rest nog de vraag: is er concurrentie uit eigen team? Daarvoor pakken we de statistieken van het beste seizoen van Sven van Beek (2017/18) en Jeremiah St. Juste (2016/17) erbij. We vergelijken hen met Botteghin en Van der Heijden in het kampioensjaar, wat de maatstaf zou moeten zijn bij Feyenoord.
In de desbetreffende jaren waren Van Beek en St. Juste niet beter dat hun concurrenten. Wat enkel opvalt is dat Van Beek moeilijker was te passeren in een-op-een-situaties en minder vaak verrast werd door een dribbelende tegenstander. St. Juste heeft als voordeel dat hij iets zekerder is in de passing, hoewel die verschillen niet al te groot zijn. Vanuit eigen selectie zijn er geen spelers die in het centrum aantoonbaar veel beter zijn dan Botteghin en Van der Heijden. Voorlopig blijkt het uitstekende kampioensseizoen van Botteghin eenmalig, terwijl Van der Heijden juist een stuk constanter presteert en het over een langere periode laat zien.

