“Ik kwam in de zomer van 2017 bij FC Emmen. Ik begon er op amateurbasis en nu heb ik een basisplaats in de Eredivisie, wat wel iets zegt over de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt. Ik had mezelf aangeboden om bij FC Emmen te komen voetballen. Pas ergens rond januari van dit jaar kreeg ik een contract. Of er geen interesse voor me was? Daar heb ik niet eens naar gekeken, want ik wilde per se naar Emmen. Ik dacht: ik heb er in de jeugd gevoetbald, mijn ouders wonen er en het voelt als een vertrouwde omgeving. Ik heb gevraagd of trainer Dick Lukkien het zag zitten dat ik mee zou komen trainen in de voorbereiding. Gelukkig was dat het geval.”
“Het werd een onvergetelijk seizoen met de promotie en ook over mijn eigen ontwikkeling ben ik tevreden. Al is er altijd ruimte voor verbetering. Qua doelpunten en assists moet ik dwingender worden. Ik moet vaker in scoringspositie komen, maar over het algemeen voel ik dat ik beter en beter word. Ik ben er ook actief mee bezig, want na het weekend kijk ik altijd in mijn eentje de wedstrijd terug en probeer ik na te gaan wat ik beter kan doen en hoe ik me anders had kunnen positioneren om aanvallend gevaarlijker te worden.”
“De laatste weken zijn onze resultaten beter, waardoor ook het zelfvertrouwen van de spelers groeit. Maar daarvoor deden we het ook helemaal niet zo slecht, want eigenlijk zijn we alleen weggespeeld door Ajax en PSV. En daarin zijn we niet het enige team in de Eredivisie. Tegen clubs als FC Utrecht, ADO Den Haag en ook in de eerste helft tegen AZ konden we goed mee. Ik denk dat we zelfs nog een stuk meer punten hadden kunnen hebben en ben er dan ook van overtuigd dat we de kwaliteiten hebben om in de Eredivisie te blijven.”
Mentaliteit
“Ik woon zelf ook weer in Emmen, net als in mijn jonge jaren. Ik speelde een aantal jaar in de jeugd van FC Emmen, maar maakte in 2008 de overstap naar sc Heerenveen. Daar verbleef ik in een gastgezin, maar kwam ik al vrij snel op mezelf te wonen. Buiten het voetbal om is Emmen niet de meest spectaculaire plaats, maar daar kijk ik ook totaal niet meer naar. De faciliteiten om me door te ontwikkelen zijn er en dat is het belangrijkste, want dat ik niet ben doorgebroken bij sc Heerenveen had alles te maken met mijn mentaliteit.”
“De ene jongen heeft al op zijn zeventiende het besef wat hij er voor moet doen en laten, maar bij mij is het kwartje pas op latere leeftijd gevallen. Ik gold als groot talent bij Heerenveen en in de jeugd ging het me eigenlijk te makkelijk af. Daardoor werd ik gemakzuchtig en miste ik de benodigde scherpte. Ik stelde mezelf helemaal geen doelen en werkte nergens naartoe. Als je dat wel doet ga je met een bepaalde energie naar de club. Bij mij ging het in die tijd als volgt: ik stond op, ging naar de club en na de training ging ik direct weer naar huis. Ik leefde niet voor het voetbal. Daarnaast vond ik de feestjes in de stad ook interessanter worden, wat ook niet goed was om door te breken.”
"Bij FC Dordrecht begon ik mezelf vragen te stellen: wat wil je nou eigenlijk met je loopbaan?"
“Veel mensen hebben me duidelijk proberen te maken dat het de verkeerde kant opging. Dat gebeurde eigenlijk al heel vroeg in mijn jeugd. In de C1 moest ik zelfs met een mental coach om de tafel. Maar ik stond helemaal niet open voor zijn verhaal toentertijd. Hij praatte wel, maar het kwam helemaal niet binnen. Als je zelf niet wil veranderen dan kan de president tegen je praten, maar dan helpt dat alsnog niet. Ik heb toen helemaal niet geluisterd naar adviezen van jeugdtrainers of van die sportpsycholoog. Dat was een groot onderdeel van mijn probleem. Er is vaak tegen me gezegd: 'Michael, als je wil doorbreken, dan wordt er meer dan alleen talent van je gevraagd.'”
Zelfreflectie
“Na mijn vertrek bij Heerenveen veranderde dat. In Friesland was ik altijd het grote talent en was de omgeving vertrouwd. Toen ging ik naar FC Dordrecht en liet ik alles achter me. Ik moest helemaal opnieuw beginnen en begon mezelf vragen te stellen: wat wil je nou eigenlijk? Waarom breken jongens met wie ik vroeger in Oranje speelde wel door? Waarom ben ik hier beland? Beetje bij beetje begon ik te beseffen dat het aan mezelf lag. Ik kreeg steeds meer zelfreflectie.”
“De vraag is nu waar mijn plafond ligt. Persoonlijk denk ik niet dat Emmen mijn top is, want ik hoop nog minimaal de subtop te bereiken. Het is voor de korte termijn nog geen concreet doel, want ik wil niet te ver vooruitkijken. Het doel voor dit seizoen is simpel: in de Eredivisie blijven met FC Emmen. Bovendien moet je in de voetballerij ook geluk hebben. Als we als team minder presteren, dan wordt het als individu ook moeilijker om op te vallen.”
“Ik stel mezelf realistische doelen, maar dat betekent niet dat ik niet meer mag dromen. Mijn allergrootste droom is ooit het shirt van Colombia te dragen, aangezien ik daar ben geboren. Op jonge leeftijd ben ik naar Nederland gekomen, want mijn moeder leerde een Nederlandse man kennen. Mijn moeder is toen naar Emmen gegaan en niet veel later ben ik meeverhuisd. Ik merk mijn Colombiaanse roots vooral in mijn temperament. Ik kan snel opvliegerig zijn als iets niet gaat zoals ik wil.”
Cali
“Ik ben geboren in Palmira, waar mijn echte vader nog steeds woont. Dat ligt dicht in de buurt van Cali, bekend van het drugskartel. Het land komt vaak stereotype in de media, maar tijdens vakanties ben ik nooit in aanraking gekomen met drugs. Natuurlijk kan het gevaarlijk zijn in Colombia, maar er wordt vaak vergeten dat het een prachtig land is waar ook gewoon normale en warme mensen wonen die van lekker eten houden en zich graag vermaken door te dansen.”
“Het is al even geleden dat ik op bezoek ben geweest, maar het staat wel op de planning om binnen twee jaar weer terug te gaan. Dat ik een tijdje niet ben geweest heeft er ook mee te maken dat het niet zo lekker ging in het voetbal. Als je naar Colombia op vakantie gaat, dan is het niet voor een week. Je moet bij terugkomst weer wennen en de jetlag tegengaan. Bovendien valt het afscheid me ook zwaar, want het is nooit leuk dat je teruggaat en weet dat je een groot gedeelte van je familie een tijdlang niet zal zien.”
“Het is een voetballand, maar ik ben in de jeugd eigenlijk nooit benaderd door de Colombiaanse voetbalbond, maar ik heb wel een aantal keer een interview moeten geven aan media uit het land. Dus ze hadden wel aandacht voor me. Het zou al prachtig zijn als ik dat gele shirt, wat in mijn hart zit, één keer zou mogen dragen. Maar zover is het natuurlijk nog lang niet, want komend weekend wacht eerst de thuiswedstrijd tegen Excelsior. Dat zal een belangrijk potje worden, dat we moeten en kunnen winnen.”
In het duel met sc Heerenveen, de club waar hij als jeugdspeler als toptalent werd bestempeld. "Heel veel jeugdtrainers vertelden me dat ik het niet alleen op mijn talent zou halen."

