De laatste keer
Het vorig seizoen was voor Marcel Keizer met veel chagrijn begonnen. Het drama rond Abdelhak Nouri, de vroege Europese uitschakeling en de matige start in de Eredivisie zorgden ervoor dat de stemming slecht was. Keizer kon wel een succesje gebruiken en dat leek er in de Hofstad ook te komen. Joël Veltman zette Ajax terecht op voorsprong en het was wachten op meer. Maar meer doelpunten kwamen er niet, een gelijkmaker echter wel dankzij Björn Johnsen. Maar toch ging het na de wedstrijd niet over het behaalde punt. Ricardo Kishna raakte zwaar geblesseerd en moest uiteindelijk bijna anderhalf jaar toekijken.

Appeltje eitje
De sfeer in Amsterdam was uitstekend in het seizoen 2013/14. Ajax was al driemaal achter elkaar landskampioen geworden en nieuwe seizoen was uitstekend van start gegaan. Het stond dan wel niet bovenaan, maar er was geen enkele twijfel over het feit dat de ploeg van Frank de Boer Vitesse nog wel in zou halen. Dan moest er wel gewonnen worden bij ADO Den Haag en dat was een jaar eerder niet gelukt. Een klinisch spelend Ajax stond bij rust al met 0-2 en er werd uiteindelijk gemakkelijk met 0-4 gewonnen van een kansloos ADO.
Titelkansen verkeken?
Hoe anders was de sfeer drie jaar eerder. Door een blessuregolf begon Ajax onder andere met Jeroen Verhoeven, Dario Cvitanich en Aras Özbiliz in de basis. Alleen een driepunter telde om in de buurt te blijven bij koploper FC Twente. Maar een ongeïnspireerd spelend Ajax leek dat zich niet te beseffen en kwam na een half uur terecht op achterstand dankzij Frantisek Kubik. Jan Vertonghen zorgde voor de gelijkmaker, maar vervolgens nam ADO het heft weer in handen en schoot Lex Immers de gelijkmaker tegen de touwen. Zes minuten voor tijd leek Ajax dankzij Christian Eriksen goed weg te komen, maar Tomthy Derijck zorgde voor de 3-2 eindstand.
Knotsgekke slotfase
Een jaar eerder was Ajax opnieuw verwikkeld in een titelstrijd met FC Twente. De ploeg van Martin Jol was bezig aan een geweldige fase en kwam steeds dichterbij. Puntenverlies in Den Haag kon de Amsterdammers echter het kampioenschap kosten en dat was precies wat er dreigde te gebeuren. Een stroef Ajax had het moeilijk en kwam amper tot kansen. Robert Zwinkels raakte geblesseerd waarna reservekeeper Barry Diteweg. Na tien minuten kreeg de invaller een rode kaart en moest Ricky van den Bergh opeens een kwartier gaan keepen. ADO leek te overleven, maar in de blessuretijd zorgde Toby Alderweireld toch nog op prachtige wijze voor een Amsterdamse overwinning.

Ongelofelijke comeback
Het seizoen 2004/2005 was voor Ajax met de nodige commotie begonnen. Een ruzie tussen sterspelers Rafael van der Vaart en Zlatan Ibrahimovic zorgde ervoor dat laatstgenoemde vertrok. Van der Vaart verkeerde inmiddels in een vormcrisis en dan was daar ook nog het probleem Hatem Trabelsi. De rechtsback wilde vertrekken, maar een transfer kwam er niet en sindsdien was hij spoorloos verdwenen. Zo bekeken paste het treffen met ADO prima in het plaatje. Een veel beter Ajax stond al na een half uur met 0-3 voor. Maar na vlak voor rust zorgde Van der Gun voor de 1-3. Geert den Ouden bracht vervolgens de spanning terug en kort voor tijd werd het zelfs nog gelijk.

