Kolossaal
Je loopt domweg dwars door armoede. Nederlanders zoeken tevergeefs naar een leuke pub: ze hadden beter in het centrum kunnen blijven. Na een half uur lopen tussen buurtwinkeltjes, niet-uitnodigende restaurantjes met veel neonlichtjes duikt opeens iets futuristisch op. Het nieuwe onderkomen van Tottenham Hotspur is niet normaal. Alsof je het Witte Huis neerzet in de achterbuurten van Los Angeles. Van buiten is het vooral groot.
Eenmaal binnen is het geheel volledig indrukwekkend. Toiletten zo groot dat het te hopen is dat er geen Londense makelaar op gaat zitten: die zou die toiletten in Londen zomaar kunnen verhuren voor achthonderd pond per maand. Kosten noch moeite zijn gespaard om van dit onderkomen het modernste van haar tijd te maken. Dorstige supporters hoeven niet lang te wachten: een nieuw tapsysteem prepareert pints binnen vier seconden. Voor de massaal uitgerukte pers is er een gigantisch buffet, compleet met kaasplankje. Als alle scribenten en mannetjes van de radio hun buikjes rond gegeten hebben, is het tijd om de tribune op te zoeken.
We worden begroet door een uniek stadion. Of het mooi is mag ieder voor zichzelf uitmaken, maar zoals dit Tottenham Hotspur Stadium is er geen tweede. Wát een verschil met andere nieuwe stadions, vaak eenheidsworsten van hetzelfde ontwerp in alleen een andere clubkleur. En dan gaat het beginnen. De aanhang van Tottenham Hotspur heeft niet de naam bloedfanatiek te zijn, maar de akoestiek is hier van zo’n hoog niveau dat de sfeer evengoed fantastisch is. Van de pints tot het gezang: in dit stadion hoeft niemand zijn best nog te doen, lijkt het wel.
Amsterdamse bluf
Tenminste, veel harder kan het Oh when the Spurs go marching in niet klinken. Marcheren doet op het veld alleen Ajax. Donny van de Beek beloont de ploeg voor een geweldige eerste helft met een 0-1 voorsprong. Tottenham lijkt een ploeg van niks, maar in werkelijkheid zijn het de mannen van Erik ten Hag die dat doen. De vroege, gegroepeerde pressie noopt Tottenham tot de ene na de andere lange haal naar voren. Soms kan Fernando Llorente er iets mee aanvangen, vaker niet. Soms kan invaller Moussa Sissoko met zijn fysieke kracht voor wat dreiging zorgen, maar Ajax wankelt zelden.
In de tweede helft brengen de Amsterdammers de 0-1 zonder veel pijn over de streep. Na afloop zijn de superlatieven wederom voor dat kleine clubje uit Nederland. De Engelse pers legt de laatste hand aan de krantjes die over een paar uur al leesvoer gaan vormen in de tube. ‘Ajax speelt voetbal zoals voetbal eruit ziet in je stoutste dromen, ze vielen Tottenham aan als een monster met elf tentakels’, schrijft I. ‘De Nederlanders deden, de Engelsen aarzelden’, valt The Times bij. Al vroeg wacht de Eurostar terug naar huis. Met in de tas opnieuw een Europese wedstrijd met eeuwigheidswaarde.

