Football Manager
Computerspelletjes kunnen toch gekke dingen met een mens doen. Zo kan het gebeuren dat collega Nick al jarenlang een fascinatie voor Dunfermline Athletic heeft. Hij is niet de eerste die zijn Football Manager-liefde ook in het echt gaat opzoeken, ook al moet je daar een zee of oceaan voor oversteken. Zelf kom ik altijd graag terug in Schotland, het land waar ik mijn opleiding genoot. Voetbaltoeristen zijn een heel ander slag volk dan gewone stervelingen die het land van doedelzakken, whisky en zo veel mogelijk gefrituurde voeding bezoeken.
De Highlands zijn een favoriet bij iedere natuurliefhebber, en volkomen terecht. Voetballend bieden ze weinig van enig niveau. Zaterdags kun je er vast wat zien, maar het is ver reizen voor niet echt bijzondere voetbalbelevenissen. Toeristen die een stad willen zien, gaan naar Edinburgh. Een enkeling bezoekt Glasgow, het minder mooie maar stiekem interessante broertje van de pittoreske hoofdstad die voetballend wel wat te bieden heeft, maar zeker niet zo onmisbaar is als voor algemene toeristen. Voetballiefhebbers zijn de enigen die naar plekken als Motherwell, Kilmarnock, Greenock of Dumbarton zullen afreizen. Of, in dit geval, Dunfermline, zo’n half uur treinen vanuit Edinburgh.
Jojo
Dunfermline Athletic is één van de mooie clubs in de Schotse marge. Naast allesverslinders Celtic en Rangers kunnen zich met Heart of Midlothian, Hibernian, Aberdeen en Dundee United nog vier clubs gebruikelijk goed staande houden in de Schotse subtop. Dan heb je nog tien, vijftien clubs die in het dunbevolkte maar trouw stadionbezoekende Schotland goed kunnen overleven. Soms met succes, soms zonder. Dunfermline speelde sinds 2010 al op het hoogste en het derde niveau, maar de grootste plaats van het koninkrijk Fife (niet echt een koninkrijk, dat heeft een gek een keer bedacht) is al jaren gewend aan voetbal op het tweede niveau.
Verder nog redenen om het stadje Dunfermline te bezoeken? De middeleeuwse abdij is oprecht mooi, er staan nog een paar mooie oude gebouwen in het centrum en er zitten wat gezellige pubs in het centrum. Het nationale nieuws haalde Dunfermline door een schandaal: aan de rand van de stad ligt een groot depot van Amazon. Er slapen daar iedere nacht een paar mensen voor de ingang. Nee, geen daklozen, dat zijn werknemers van het bedrijf die zo weinig betaald krijgen van kameraad Jeff Bezos (114 miljard dollar), dat ze het woon-werkverkeer niet kunnen betalen – een reiskostenvergoeding bestaat in Schotland niet. Kortom: Dunfermline bezoeken? Zeker doen, al is het maar voor het prachtige treinritje over de rivier de Forth.
De derby
De aandacht gaat vandaag uit naar de derby van Fife. Dunfermline speelt tegen Falkirk en dat is een streekderby zoals-ie hoort. Twee clubs, allebei ongeveer even groot, met een gezonde hekel aan elkaar. In Dunfermline is iedere broer met zijn zus getrouwd en in Falkirk hebben de mensen het evolutionaire voordeel dat ze een dozijn op hun twee handen kunnen uittellen. Nick en ik zijn allebei nog nooit hier geweest. Van Dunfermline weet ik weinig. Ik heb een beetje een hekel aan ze omdat ik in Ayr woonde en ze altijd heel lelijk voetbal speelden en toch wonnen.
Ruim van tevoren zijn we binnen op East End Park, een vernieuwd stadion dat niet perse indrukwekkend is, behalve natuurlijk door huisbaas Sammy the Tammy. Deze indrukwekkende mascotte schiet met kartonnen tanks op de supporters van de tegenpartij en heeft vast streken in gedachten vanmiddag. Als iemand van de club ons Nederlands hoort spreken in de fanshop, heeft hij ineens een ingenieus plan. We worden zomaar ineens onderdeel van een verhaal in het programmaboekje. Inclusief foto op het veld, met sjaal. Gloryhunters als we zijn. Vlak voor de wedstrijd is de VIP-rondleiding gedaan en zien we hoe onze favoriete-club-voor-een-middag Falkirk moeiteloos met 2-0 oprolt. En dat zonder streken van de beruchte Sammy. Een mens kan niet alles hebben..

