In een wereld zonder corona was Bakx nu hoogstwaarschijnlijk bezig aan zijn laatste weken in Zuid-Afrika of had hij net zijn contract verlengd. Samen met zijn vrouw en twee dochters was het bovendien de bedoeling om eind mei de Garden Route te volgen. Het liep door de coronapandemie anders. “In Zuid-Afrika is een strenge lockdown. Vijf weken lang mocht je enkel voor essentiële zaken de straat op. Nu mag je van zes tot negen uur ’s morgens het huis uit en vanaf negen weer enkel voor boodschappen of medicijnen. Het is een smetje op het avontuur, want ik had nog een hoop willen zien en doen.”
Daarbij stond Bakx er met Ajax Cape Town goed voor op het tweede niveau van Zuid-Afrika. Promotie naar de hoogste afdeling lonkte. “Het is jammer, want we staan met nog zes wedstrijden te gaan zeven punten voor op de nummer twee. Ik fantaseerde al over een Afrikaans feestje, maar dat gaat helaas niet door. De bond heeft nog geen beslissing genomen en ik kan begrijpen dat het moeilijk is. Ze moeten met zoveel dingen rekening houden. Mijn contract loopt tot de zomer en ik heb enkel gehoord dat er voorlopig geen beslissingen worden genomen over technische zaken. Er zijn zoveel vragen. Gaan we promoveren? Gaat de competitie nog verder? We zouden als gezin een jaartje langer willen blijven, maar het is voorlopig afwachten.”

Houten tribune
Wie de verhalen van Bakx een halfuurtje aanhoort, begrijpt volledig waarom hij nog een jaar zou willen blijven. Zowel op voetbalgebied als in het dagelijkse leven is zijn tijd in Zuid-Afrika één groot avontuur. “We voetballen in Greenpoint Stadion, maar we spelen ook op knollentuinen met één grote houten tribune. Dat is meestal bij clubs richting de grens met Mozambique. Daar komt lokale bevolking op af en dat gaat er spontaan aan toe. In Nederland moet je je flesjes inleveren, maar in Zuid-Afrika heb je wat dat betreft minder regels. Daar is het één groot feest op de tribunes.”
Op voetbalgebied valt er vooral op tactisch gebied veel te leren voor Zuid-Afrikanen, beaamt Bakx. “Ze zijn over het algemeen veel intuïtiever. Veel jongens zijn opgegroeid in een township, waar ze met veertig één bal hadden. Als je de bal dan afgeeft dan krijg je ‘m voorlopig niet meer terug. Daarom kunnen ze allemaal zo goed dribbelen. Dan denk je echt: hoe speel je je daaruit? Maar vervolgens is de centrale verdediger weg en ligt er een onwijs groot gat achter in de verdediging. Dat is heel dubbel. Sommige gasten zou ik een kans in Europa gunnen, maar of ze daar kunnen aarden en tactisch meekunnen is de vraag.”
Met een beetje inbeeldingsvermogen zijn de voetballende kwaliteiten van de spelers een goede afspiegeling van heel Zuid-Afrika. “Het is een land vol contrasten. Er is veel overtollige rijkdom, maar ook veel armoede. Er is prachtige natuur, maar vijf minuten later rijd je zo tegen een township aan. Dat is interessant, maar maakt het ook moeilijk te vatten voor een Nederlander. Veiligheid is zo’n ding in Zuid-Afrika. Veiligheidssystemen, beveiligers, grote hekken... We wonen op een appartementencomplex in Kaapstad en ik heb sleutels voor het complex, voor het parkeerterrein, voor de straat en voor mijn deur. Er zijn ook veel daklozen die bedelen om geld. Dat is lastig om mee om te gaan. Mijn teamgenoten uit de townships zijn het gewend en hebben een andere kijk op de armoede.”
Walvishoofdstad
Bakx is breed georiënteerd en probeert de cultuur en historie van Zuid-Afrika waar hij kan te verklaren. “Toen Ajax Cape Town zich meldde, ben ik begonnen op Google met het zoeken van informatie. Onder meer over de apartheid uiteraard. Die is pas in 1991 officieel afgeschaft, dus dan kun je je wel voorstellen hoe vers het nog is. Dat werkt generaties door en zal nog even zo blijven. Er zijn zoveel talen en groeperingen in het land. Die groeperingen leven in aparte gemeenschappen. Het is niet zo’n smeltkroes zoals in Amsterdam. Ik vind het moeilijk om te zeggen of de geest van Nelson Mandela nog over het land waart, want je kunt wel zeggen dat er nog bruggen geslagen moeten worden.”
Naast voetballen en cultuur ontdekken, heeft Bakx zich ook gretig ondergedompeld in de adembenemende natuur van het land. “In de provincie West-Kaap hebben we alles gedaan. In interlandweekenden waren we drie dagen vrij en dan trokken we erop uit. Kaapstad wordt omringd door bergen en kust en er zijn zulke mooie routes om te rijden. Het schiereiland onder Kaapstad, waar Kaap de Goede Hoop ligt, is prachtig en ook de vele natuurparken zijn de moeite meer dan waard. Toen ik hier net was ben ik met onze keeper Nick Hengelman naar Hermanus geweest. Dat is de walvishoofdstad van de wereld. We reden op de kust af en keken direct tegen twee grote vinnen aan. Op hetzelfde moment zei Nick: ‘kijk naar links, daar zitten een paar bavianen.’ En dat in vijf seconden. Heel tof om mee te maken.”

