Isco beleefde zijn gloriedagen in het wit van De Koninklijke. In 2013 verkaste hij voor een transfersom van dertig miljoen euro van Málaga naar Madrid. Daar speelde hij negen seizoenen en vulde hij zijn prijzenkast met indrukwekkende trofeeën. De Champions League won hij maar liefst vijf keer en zijn marktwaarde schoot omhoog tot bijna honderd miljoen euro. In 2022 verliet hij de Spaanse hoofdstad en zocht hij zijn geluk bij Sevilla. Die overstap bleek van korte duur, want na iets meer dan vijf maanden verliet hij de club alweer. De ploeg draaide slecht en Isco besloot op zoek te gaan naar een betere omgeving. Hij zat vervolgens ruim een half jaar zonder club, tot hij binnen Sevilla overstapte naar stadgenoot Real Betis.
Bij Betis lijkt de spelmaker helemaal op zijn plek. Hij speelt met passie, straalt plezier uit en vecht opnieuw mee om prijzen. In een interview liet hij weten dat hij graag eerder bij deze club was gekomen. Hij geniet van de fans, de clubcultuur en de vorm waarin hij verkeert. "Ik beleef een van de beste periodes uit mijn carrière. Ik had hier veel eerder moeten zijn, maar ik ben blij dat onze paden elkaar alsnog kruisen, om te blijven genieten van voetbal, waar ik het meest gepassioneerd over ben, en ik verlang naar meer."

Ook buiten Spanje blijft zijn wederopstanding niet onopgemerkt. In Nederland toonde Theo Janssen zich enthousiast bij Ziggo Sport. De voormalig middenvelder bekende opnieuw verliefd te zijn geworden op het spel van Isco. "Ik was altijd al groot fan van hem en je ziet nu gewoon weer de Isco die we bij Real Madrid zagen. Daar geniet ik heel erg van."
De opleving van Isco is ook de Spaanse bondscoach niet ontgaan. Voor het eerst in zes jaar is de middenvelder terug in de nationale selectie. Luis de la Fuente heeft hem opgenomen voor de Nations League-wedstrijden tegen Frankrijk. De winnaar van dat tweeluik plaatst zich voor de finale, waarin Duitsland of Portugal wacht. De herboren Isco krijgt dus opnieuw de kans om zijn klasse te tonen op het hoogste internationale podium.

