Juanfran (2005-06)
Juanfran, of Juan Francisco García García zoals hij voluit heet, werd in 2005 de eerste Spanjaard in Amsterdamse dienst. De geboren Valenciaan werd voor een seizoen gehuurd van Besiktas, maar kon in de hoofdstad geen potten breken. Veel Ajax-supporters zijn de naam van de verdediger allang weer vergeten, toch kwam Juanfran nog tot vijftien wedstrijden. Bekender is hij als latklimmer. Na de gewonnen bekerfinale van 2005/06 tegen PSV (2-1) klom de Spanjaard in euforie op de lat om feest te vieren met de jubelende Ajacieden. Juanfran vertrok in de zomer naar zijn vaderland, aldaar speelde hij gedurende zijn carrière 382 duels in de LaLiga.
Juanfran zit fier bovenop de lat na de gewonnen bekerfinale tegen PSV in 2006.
Gabri (2006-10)
In de zomer van 2006 neemt Ajax Gabriel Francisco García de La Torre, kortweg Gabri, transfervrij over van FC Barcelona. Gabri was een geliefde speler bij Ajax, mede door zijn onuitputtelijke werklust. In vier seizoenen komt Gabri tot 118 officiële wedstrijden en tien treffers, ondanks dat hij ook met veel blessureleed te maken heeft. Martin Jol zag het in 2010 echter niet zitten in de routinier en werkte de Spanjaard naar de uitgang, ondanks dat de middenvelder graag zijn carrière wilde afsluiten in Amsterdam. Gabri vertrok naar het Qatarese Umm-Salal en was tot voor kort woonachtig in de dwergstaat Andorra.
Gabri laat zich bejubelen nadat hij de 1-4 op het bord heeft gezet uit bij PSV in 2007 (1-5 zege)
Roger García (2006-07)
Bijna 250 wedstrijden speelde Roger García in de LaLiga voor FC Barcelona, waar hij zijn debuut maakte onder Johan Cruijff, en Espanyol. "Dat kan toch niet slecht zijn", dachten de Ajax-supporters, maar ze kwamen bedrogen uit. Voor zowel Ajax als voor Roger werd het bijzonder ongelukkig. Achttien wedstrijden en twee goals. Een magere oogst van de laatste drager van het iconische nummer veertien. Roger was het voetbal daarna zo beu dat hij direct zijn schoenen aan de wilgen hing.
Ismael Urzaiz (2007-08)
Het seizoen 2006/07 eindigde voor Ajax traumatisch. De Amsterdammers liepen de titel mis op één doelpunt en dat mocht Henk ten Cate niet nog een keer gebeuren. Hij wilde een spits die oorlog kon maken, een breekijzer voor wanneer Klaas-Jan Huntelaar het net niet kon vinden. Zo kwam hij bij de gestopte Ismael Urzaiz uit, die door het leven ging met de bijnaam "de Tank". Hij trok de Bask achter de geraniums vandaan, maar de versleten schoenen brachten Ajax en hemzelf geen plezier. Drie wedstrijden en nul treffers later konden de schoenen wederom aan de wilgen gehangen worden.
Albert Luque (2007/08)
In de zomer van 2007 heeft Luque de Nederlandse topclubs voor het uitkiezen. Ajax, PSV en Feyenoord willen de Spanjaard verlossen van zijn ongelukkige avontuur bij Newcastle United. Ajax was het meest wanhopig en legde een flinke som neer. Luque ging twee miljoen euro per jaar verdienen. Luque begon nog aardig met twee goals tegen VVV-Venlo, maar al snel zagen de Ajax-supporters dat ook dit geen geweldenaar was. Het dieptepunt Feyenoord-uit. In de kleedkamer komt het tot een ruzie met teamgenoot Luis Suárez, beide spelers levert dat een geldboete op. Luqué vertrekt naar Málaga CF en sluit aldaar zijn carrière af.
Oleguer (2008/11)
Na al die miskopen was Ajax nog niet klaar op de Spaanse tour. Het beviel ze kennelijk wel en met Oleguer volgde Spanjaard - al voelt hij zich zelf meer Catalaans - nummer zes. Oleguer won in 2006 als basisspeler met FC Barcelona nog de Champions League-finale tegen Arsenal en speelde meer dan 150 wedstrijden voor Blaugrana. De verdediger speelde in het begin bijna alles, maar raakte geblesseerd en verloor zijn basisplaats. De wedstrijden die hij speelde waren ook niet echt om naar huis te schrijven en ook bij hem was zijn meest gedenkwaardige optreden buiten het veld. In 2010 dook hij op bij een krakersprotest in Amsterdam. Uiteindelijk hield ook Oleguer het na Ajax voor gezien. In zijn laatste seizoen als prof werd hij kampioen.
Oleguer na een doelpunt tegen Heracles Almelo in 2011.
Isaac Cuenca (2013)
Frank de Boer spreekt van 'een mooie slag' als Ajax in de winter van 2013 Isaac Cuenca huurt van FC Barcelona. Het talent van La Masia is dan net hersteld van een langdurige knieblessure. Het begint veelbelovend. Cuenca maakt zijn debuut tegen Roda JC in februari en levert direct een assist af, maar daarna zien de supporters hem nog maar vier keer op het veld dartelen. Weer een knieblessure. Het avontuur van zes maanden valt in duigen en Cuenca verlaat Amsterdam via de achterdeur. Inmiddels is de Catalaan gestopt met voetballen, nadat hij de laatste jaren actief was in Israël en Japan.
Bojan Krkic (2013/14)
Cuenca faalde, maar Ajax gaf het nog niet op met de La Masia talenten. In juni 2013 huurt Ajax Bojan Krkic. Een toptalent van Barcelona die in de jeugd nog meer doelpunten wist te maken dan Lionel Messi. Hij moest de Eredivisie met twee vingers in de neus overhoop spelen. Echter wist ook Bojan niet echt te overtuigen. Zijn periode bij Ajax werd geplaagd door blessures en trainer Frank de Boer zette hem weinig op zijn beste positie, waardoor Krkic maar mondjesmaat zijn kwaliteit kon laten zien. Wel wint hij met Ajax de dubbel en scoort hij vijf keer in 32 officiële wedstrijden. Ook Bojan is inmiddels gestopt met voetballen en beëindigde net als Cuenca zijn loopbaan in Japan.
Bojan Krkic kon ook bij Ajax maar zelden zijn ware talent tonen.

