Pas zeven was El Fideo ('de noedel') toen hij binnenkwam bij Central. Tien jaar later maakte hij zijn debuut en twintig jaar daarna is het tijd om naar huis te gaan. Al snel speelde de jonge buitenspeler zich in de kijker van Europese clubs. Zoals zoveel Zuid-Amerikaanse talenten maakte hij definitief naam bij Benfica, waarna een toptransfer naar Real Madrid volgde. Bij De Koninklijke was hij cruciaal in de Champions League-winst van 2014. Louis van Gaal haalde hem naar Engeland, maar in de Premier League liet hij slechts vleugjes van zijn brille zien. Bij Paris Saint-Germain en Juventus bouwde hij vervolgens een erelijst op waar menig voetballer jaloers op is.

Na wereldkampioen te zijn geworden met Argentinië, maakte Di María een terugkeer op het oude nest. Bij Benfica sloot de Argentijn zijn Europese avontuur indrukwekkend af. Over een transfer naar Rosario Central werd al langer gespeculeerd, maar tot zijn spijt maakten doodsbedreigingen van criminele bendes in Rosario dit onmogelijk. De veiligheid van zijn gezin stond voorop, en dus werd de transfer uitgesteld.
In overleg met de club, lokale autoriteiten en zijn familie besloot Di María een jaar later alsnog de stap te zetten. Afgelopen maandag werd hij officieel gepresenteerd in het stadion waar hij als jonge jongen furore maakte: het Gigante de Arroyito. In een bomvol stadion hing een emotionele sfeer. Di María tekende een contract voor één seizoen, met optie op verlenging, en zal rugnummer 11 dragen.

