"Ik heb geen beroep. Ik ben voetballer. Nog steeds. Zo voel ik me al sinds mijn zesde, ook al ben ik er op m'n 29ste mee opgehouden", aldus Mulder tegenover het Algemeen Dagblad. "Columnist dan misschien. Je schrijft toch niet tv-persoonlijkheid op? Waanzin." Mulder had het overigens niet zien zitten om voor eeuwig profvoetballer te zijn. "Voetbal aan de top is zwaar, hoor. Ik ben vooral dankbaar. Ik was Anderlecht-speler in een prachtige tijd. Da's de grootste zegen van mijn leven. Die herinneringen ontroeren me nog dagelijks. Daar kan ik de rest van mijn leven op teren."
"Ik accepteerde bij Anderlecht elk contractvoorstel dat ik kreeg. En ik koos daarna voor Ajax, hoewel Feyenoord me zes ton meer bood, in die tijd een gigantisch bedrag. Dat je deel uitmaakte van de betovering tussen voetballer en publiek, daar deed ik het voor." Voor Mulder biedt de televisie een vergelijkbaar gevoel, alleen dan in mindere mate. "Als je deel uitmaakt van een goed programma, dan geeft dat een kick. Maar die is onvergelijkbaar met voetballen in een vol stadion."

