Na negen onderlinge ontmoetingen hangt de balans overigens precies in evenwicht, beide landen wonnen drie keer. Drie duels springen eruit. De andere twee volgen later vandaag. Eerst de meest bijzondere.
19 juni 2004, Nederland-Tsjechië 2-3
Op het EK van 2004 in Portugal leek het Nederlands elftal op weg naar een zege. Oranje was in Aveiro heer en meester, kreeg veel kansen en had zelfs nog pech dat Edgar Davids de paal trof. Er leek niets aan de hand, totdat bondscoach Dick Advocaat besloot om uitblinker Arjen Robben te wisselen ten faveure van Paul Bosvelt. Zonder de aanvaller verspeelde Oranje een voorsprong van 2-1.
Advocaat zag de Tsjechen na zijn veelbesproken wissel sterker worden en zelfs de winst pakken. Het kwam de huidige bondscoach van Servië op veel kritiek te staan. Een dag later moest er in Albufeira, waar het Nederlands elftal verbleef, zelfs een speciale persconferentie worden ingediend waar Advocaat zijn wissel moest verdedigen.
"Dan sla ik hem neer", antwoordde Willem van Hanegem, nota bene assistent van Advocaat, tegenover de NOS op de vraag hoe hij de volgende keer zou reageren. Columnist Jan Mulder riep zelfs dat Advocaat gestenigd moest worden. Premier Jan Peter Balkenende probeerde de volkswoede te temperen. "Blijf alsjeblieft normaal doen."
4. Bouma 1-0, 19. Van Nistelrooij 2-0, 23. Koller 2-1, 71. Baros 2-2, 88. Smicer 2-3.
Geel: Seedorf, Galásek. Rood: Heitinga (2xG).
Nederland: Van der Sar; Heitinga, Stam, Bouma, Van Bronckhorst; Seedorf (86. Van der Vaart), Cocu, Davids; Van der Meyde (79. Reiziger), Van Nistelrooij, Robben (59. Bosvelt).
Tsjechië: Cech; Grygera (25. Šmicer), Jiránek, Ujfaluši, Jankulovski; Poborský, Galásek (62. Heinz), Rosický, Nedved; Baroš, Koller (75. Rozehnal).

