Real begon het treffen met een voorsprong van drie punten op stadgenoot Atletico. Door de doordeweekse halve finale in de Champions League speelde de ploeg van José Mourinho met weinig vaste krachten. Cristiano Ronaldo, Mesut Ozil en Xabi Alonso begonnen onder meer op de bank. De thuisclub moest dus winnen om het gat te verkleinen en dat was te zien ook. De ploeg van Diego Simeone schoot uit de startblokken. Een vrije trap werd weggetikt door keeper Diego Lopez, waarna een voorzet op het hoofd van Radamel Falcao belandde: 1-0.
De bezoekers kwamen er niet aan te pas in de eerste tien minuten. Uit het niets werd het toch gelijk. Een vrije trap van Angel Di Maria vanaf de rechterkant werd van richting veranderd door Atletico-verdediger Juanfran. Keeper Thibaut Curtois kon de bal niet meer tegenhouden. Het vervolg van het eerste bedrijf was niet hoogstaand, waardoor beide ploegen met 1-1 gingen rusten.
De tweede helft was ook niet om over naar huis te schrijven. Het duel had niet de allure van een Madrileense derby. Er was weinig strijd en met name Real oogde ongeïnspireerd. Toch ging de nummer twee van de Primera Divison met de overwinning aan de haal. Di Maria werd weggestuurd door Karim Benzema en hij schoot diagonaal binnen.
In het vervolg kreeg Atletico nog wel kansen op de gelijkmaker, maar van een slotoffensief was geen sprake. Real heeft nu een voorsprong van zes punten op de rivaal uit Madrid. De achterstand op Barcelona is verkleind tot 11 punten. Er zijn nog vijf wedstrijden te spelen in Spanje.

