In de eerste helft was het Manchester City dat het tempo van de wedstrijd bepaalde. De thuisspelende ploeg bevond zich vrijwel altijd volledig op de helft van West Ham, terwijl laatstgenoemde ploeg in een soort handbalopstelling probeerde te verdedigen. In het eerste half uur slaagde West Ham daar prima in.
Met een half uur spelen op de klok combineerde City plotseling echter vloeiend. Uit een prachtige combinatie kwam het team van Roberto Mancini op voorsprong, nadat Nasri op aangeven van David Silva binnen kon werken.
Na de rust bleef City lang de bovenliggende partij, maar wist het weinig echt gevaar te stichten. Rond de zeventigste minuut leek West Ham te beseffen dat het een punt zou kunnen stelen en ging het vol op de aanval spelen. Dat leverde wat kansen op voor de bezoekers, maar in de 82ste minuut was het plotseling raak aan de andere kant van het veld. Yaya Touré haalde verwoestend uit: 2-0.
West Ham leek daardoor gebroken en beet nauwelijks meer van zich af. In de slotseconden van de blessuretijd kwam het nog wel op 2-1 via Carroll, maar dat bleek veel te laat.

