2016/17: FC Barcelona - Paris Saint-Germain 6-1 (0-4)
We hoeven niet ver terug in de tijd te gaan om de meest bizarre Europese comeback ooit te behandelen. In de achtste finale van de Champions League laat Paris Saint-Germain in Frankrijk geen spaan heel van FC Barcelona, dat met 4-0 wordt vernederd. Niemand geeft nog een stuiver voor de kansen van de Catalanen. Zelfs niet voor het supertrio Lionel Messi, Neymar en Luis Suarez. Maar dan. Een laf opererend PSG roept in Catalonië het onheil over zichzelf af, wordt kort na rust al op een 3-0 achterstand gezet en lijkt in elkaar te storten.
Tot Edinson Cavani heel Camp Nou stil krijgt door uit het niets de 3-1 aan te tekenen, waardoor Barcelona opeens driemaal moet scoren. Dat is nog nooit een team gelukt. Maar Barcelona flikt het. Tussen de 88e minuut en 95ste minuut slaat de ploeg van coach Luis Enrique drie keer toe , waarbij de beslissende goal van Sergi Roberto als het slotakkoord gold.
2003/04: Deportivo La Coruña - AC Milan 4-0 (1-4)
"Voor de eerste en enige keer in mijn leven, vroeg ik mij af of mijn tegenstander iets gebruikt had." Was getekend: Andrea Pirlo. De middenvelder kon in het seizoen 2003/04 zijn ogen niet geloven toen AC Milan er in slaagde om in de kwartfinales van de Champions League een 4-1 voorsprong uit handen te geven. In Galicië zorgden doelpunten van Walter Pandiani, Juan Carlos Valeron, Albert Luque en Fran ervoor dat niet de Italianen, maar Deportivo La Coruña naar de laatste vier van het miljardenbal doorstroomde.
2003/04: AS Monaco - Real Madrid 3-1 (2-4)
In datzelfde seizoen zorgde ook AS Monaco voor een stunt van jewelste door Real Madrid uit te schakelen. Daar ging een opvallend verhaal aan vooraf. Fernando Morientes werd door de Spanjaarden niet goed genoeg bevonden en mocht daarom tijdelijk verkassen naar Monaco. En juist hij zorgde in het heenduel in Santiago Bernabéu voor een cruciaal uitdoelpunt in het door de Fransen met 4-2 verloren duel. Morientes zou de Monegasken in de return vervolgens op voorsprong koppen, waarna Ludovic Giuly tweemaal doel trof. Monaco won met 3-1 en kegelde Real op basis van uitdoelpunten uit de Champions League.
1992/93: Paris Saint-Germain - Real Madrid 4-1 (1-3)
Real Madrid komt tweemaal in deze top-vijf voor en zal daar beide keren niet heel blij mee zijn. We gaan terug naar het seizoen 1992/93. In de kwartfinale van de UEFA Cup lijkt de 3-1 voorsprong waarmee Real afreist naar het Parc des Princes op voorhand afdoende voor een plek bij de laatste vier. De Franse openingstreffer van George Weah na een half uur laat de Madrilenen schrikken, maar tot de tachtigste minuut blijft de 1-0 tussenstand gehandhaafd. Dan volgt een bizarre slotfase. David Ginola en Valdo lijken PSG naar de halve finale te schieten, maar na 94 minuten dwingt Ivan Zamorano alsnog een verlenging af voor Real. Of toch niet? In de 96e (!) minuut laat Antoine Kombouaré het Parc des Princes ontploffen door de 4-1 aan te tekenen en Real verbijsterd achter te laten.
1984/85: FC Barcelona - FC Metz 1-4 (4-2)
Als winnaar van de Europa Cup II in 1982 geldt FC Barcelona twee jaar later in dat toernooi opnieuw als een van de favorieten voor de eindzege. In de eerste ronde moeten de Catalanen afrekenen met FC Metz, een middenmoter in de Franse Ligue 1. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht, zeker niet wanneer Barcelona het heenduel in Frankrijk met 2-4 wint. In Camp Nou komt Barcelona na een half uur geheel volgens de verwachtingen op 1-0. Maar dan. Metz krijgt het ineens op zijn heupen en kantelt het duel binnen uur naar 1-3. Metz heeft nog één doelpunt nodig en die goal komt er als Zvonko Kurbos drie minuten voor tijd de 1-4 maakt.