In het museum van Sevilla staat het eremetaal trots uitgestald. Een ruime meerderheid van de prijzen werd na de eeuwwisseling veroverd, onder het technische bewind van Monchi, die in 2000 zijn keepershandschoenen inruilde voor een chique kantoortje ergens verstopt in stadion Ramón Sánchez Pizjuán. Als reservekeeper was hij tussen 1990 en 1999 naar eigen zeggen de 'minst belangrijke persoon op de club'. Als sportbestuurder verdiende Monchi een haast iconische status.
Kanouté, Alves, Fabiano
Bij zijn aantreden, bevond Sevilla zich aan de vooravond van een financiële crisis. De opdrachten van Monchi waren helder: een goede jeugdopleiding neerzetten en het scoutingsbeleid binnen en buiten Spanje doorontwikkelen. In beide taken is Monchi met vlag en wimpel geslaagd. De afgelopen zeventien jaar produceerde de jeugdopleiding diverse 'wonderkids'. Van Jesús Navas tot wijlen Antonio Puerta. Van José Antonio Reyes tot aan superster Sergio Ramos.
Op transfergebied werkt Monchi al jarenlang met statistieken en verzamelde data. Over zijn methodes wil de 48-jarige in de pers weinig kwijt. Wel noemt de Spanjaard zijn top-3 beste aankopen: Frédéric Kanouté, Dani Alves en Luis Fabiano. Aan Kanouté verdiende Sevilla misschien niets, maar de spits scoorde in vijf van de veertien finales die Sevilla in de laatste tien jaar speelde. Alves en Fabiano werden voor een prikkie opgepikt in Brazilië, hielpen de club aan diverse successen en leverden ook nog bakken met geld op.
Om even wat successen te noemen: Sevilla won in 2006 en 2007 de UEFA Cup en in de afgelopen drie seizoenen werd telkens de Europa League-beker mee naar huis genomen. Een primeur, want nog nooit won een club drie jaar op rij het continentale toernooi. Overigens werd in 2007 en 2010 ook nog de Copa del Rey gewonnen. Dinsdag schreef Sevilla bijna opnieuw geschiedenis, maar Leicester City gooide roet in het eten en ging ten koste van de club uit Andalusië door naar de kwartfinale van de Champions League.
Kracht van Monchi
Op nationaal niveau doet Sevilla met een derde plek nog volop mee. De achterstand op koploper Real Madrid bedraagt slechts vijf punten. Dit terwijl afgelopen zomer opnieuw afscheid werd genomen van twee belangrijke krachten. Grzegorz Krychowiak ging naar Paris Saint-Germain en Kevin Gameiro trok naar Atlético Madrid. Zowel PSG als Atlético betaalde ruim dertig miljoen. De kracht van Monchi is om het jaarlijkse vertrek van steunpilaren op te vangen met goedkope toppers in spé. Het algehele niveau gaat bijna nooit omlaag, vaak zelfs omhoog, getuige ook de huidige klassering in de Primera Division.
Monchi aast echter op een nieuwe uitdaging. Vorig jaar klopte Everton aan, maar Sevilla schrikte de Engelsen af door een bedrag van tussen de vijf en tien miljoen te vragen voor de sportbestuurder. Naar verluidt hebben er in de afgelopen weken gesprekken plaatsgevonden met AS Roma, maar als Monchi de kans krijgt om bij Real de sportieve lijnen uit te zetten, dan is de kans groot dat De Koninklijke zijn volgende bestemming wordt.