Na ruim een kwartier spelen zag de wereld er nog heel anders uit voor Real. De bezoekers waren de bovenliggende partij en zetten druk op Valencia, dat onder trainer Phil Neville nog niet heeft gewonnen. Karim Benzema bekroonde het veldoverwicht met het afronden van een fraai doelpunt, waarin ook Gareth Bale en Cristiano Ronaldo hoofdrollen vertolkten.
De Koninklijke maakte het zichzelf daarna lastig. Eerst was er Pepe, die op slag van rust een strafschop veroorzaakte. De Portugese verdediger vloerde André Gomes en moest lijdzaam toezien hoe Dani Parejo vanaf elf meter raak schoot: 1-1. Halverwege de tweede helft bewezen de bezoekers zichzelf opnieuw geen goede dienst, toen Mateo Kovacic moest inrukken na een directe rode kaart.
Real leek de dans te ontspringen door een laat doelpunt van Bale. Met nog acht minuten op de klok kopte hij een vrije trap van Toni Kroos binnen. Het bleek niet genoeg voor de overwinning. Nauwelijks een minuut later lag de bal opnieuw in het net, ditmaal aan de andere kant van het veld. Paco Alcácer herstelde het gelijkspel dertig seconden na de treffer van Bale: 2-2.
De druk op Rafael Benítez zal verder toenemen na de remise in Valencia. Concurrent FC Barcelona liet zaterdag twee punten liggen tegen Espanyol (0-0), maar verzamelde tot dusver twee punten meer dan Real en heeft bovendien nog een wedstrijd tegoed. Atlético Madrid is koploper in La Liga, met vier punten voorsprong op Real.