Sevilla was zondag tot groot genoegen van trainer Unai Emery geen schim van de ploeg die deze week van het kastje naar de muur werd gespeeld door Manchester City. In de Champions League gingen de Andalusiërs in eigen huis met 1-3 onderuit.
Even leek het ook tegen Real de verkeerde kant op te gaan voor Sevilla. De Madrilenen kwamen namelijk nog wel aan de leiding in Zuid-Spanje. Uitgerekend ex-Sevilla-speler Sergio Ramos hielp de gasten op 0-1. Ramos scoorde met een prachtige omhaal, maar moest daarna van het veld. De 105-voudig international hield een schouderblessure over aan de acrobatische scoringsactie.
Slechte generale
De aanvoerder van Real zag Sevilla nog voor de rust op 1-1 komen. Ciro Immobile werd bediend door Konoplyanka en rondde bekwaam af voor het doel van Kiko Casilla. Konoplyanka was ook na een uur spelen verantwoordelijk voor een assist. De Oekraïener stelde teamgenoot Ever Banega in staat de 2-1 te maken.
Real ging met Gareth Bale, Cristiano Ronaldo en Isco op zoek naar de gelijkmaker, maar Sevilla bleef overeind en liep in de slotfase zelfs nog uit. Fernando Llorente kopte de 3-1 binnen. In de extra tijd zorgde Jesé nog voor de 3-2. Voor Real is de nederlaag een enorme tegenvaller op weg naar El Clásico over twee weken. Barcelona won zondag wel en vergrootte het gat met nummer twee Real tot drie punten.