José Mourinho deed geen beroep op Nemanja Matic en Cesc Fabregas en ruimde voor Oscar en Jon Obi Mikel een plek in op het middenveld. Liverpool speelde zonder pure spits. Jurgen Klopp kon geen beroep doen op Divock Origi en Daniel Sturridge, terwijl Christian Benteke plaatsnam op de bank. En dat terwijl de goals sowieso niet makkelijk worden gemaakt dit seizoen.
Aanvallende problemen dus voor The Normal One, maar het was de verdediging die in de beginfase stond te schutteren. Chelsea profiteerde binnen vier minuten al van de defensieve chaos. Cesar Azpilicueta stoomde op vanaf links en kreeg alle ruimte om een medespeler uit te zoeken. Ramires kopte de voorzet van de Spanjaard feilloos tegen de touwen. Chelsea zakte daarna terug en leek het achterin dicht te houden tot de rust. In de extra tijd van de blessuretijd sloeg Liverpool echter toe. Philippe Coutinho kapte zich knap vrij en stuurde de bal beheerst achter Asmir Begovic.
De Braziliaan drukte ook af voor de 2-1 voorsprong. Invaller Christian Benteke, hersteld van een knieblessure, gaf de assist op Coutinho, die via het lijf van aanvoerder John Terry opnieuw trefzeker was. De Belgische invaller bezegelde het lot van Chelsea, en misschien wel Mourinho, hoogstpersoonlijk door Begovic in de lange hoek te kloppen.
Chelsea blijft door de smadelijke nederlaag steken op de vijftiende plek, met elf punten uit even zoveel wedstrijden. Nooit startte een regerend kampioen zo slecht aan een nieuw seizoen. Liverpool slaat met de eerste competitiezege van Klopp de weg naar boven in.

