Borussia Dortmund – Werder Bremen 1-2
Bundesliga
Dortmund, 9 december
26 juni 2017. Het Nederlandse voetbal staat er misschien dramatisch op, want we lijken niet naar het WK te gaan en in clubverband stelt het op een EL-finale van Ajax na niet bijster veel voor. Maar voor het vaderlandse trainersgilde schijnt de zon. Frank de Boer wordt vandaag aangesteld als manager van Crystal Palace en completeert daarmee een kwartet van Nederlandse trainers in een topcompetitie. Ronald Koeman zit bij Everton stevig in het zadel, Andries Jonker is nog niet zo gek lang geleden coach van VfL Wolfsburg geworden en Peter Bosz krijgt de kans bij een van de vermaardste clubs van Europa te werken: Borussia Dortmund. Reclame voor het Nederlandse voetbal in aantocht! Dat konden we best gebruiken.
Hoe anders liep het. In het daaropvolgende halfjaar zouden vier Nederlandse trainers met elkaar een stoelendans doen om wie het laatst ontslagen werd. De Boer, nota bene de coach die als laatste van het kwartet zijn job kreeg, is als eerste aan de beurt. Een dramatische seizoensstart levert nul punten uit vier wedstrijden op en de cijfers zijn dramatisch: Crystal Palace slaagt er niet eens in een doelpunt te maken. Voor voorzitter Steve Parish alle reden voor een snel ontslag. Een week later is ook Andries Jonker bij VfL Wolfsburg zijn baan kwijt. Vier punten uit vier wedstrijden (waaronder een nederlaag tegen Bosz’ BVB) zijn ook voor hem niet genoeg zijn baan te behouden.
In het vervolg van de eerste seizoenshelft zou ook Ronald Koeman zijn stevige grip op Everton snel verliezen. De manager begon het seizoen nog goed met een gelijkspel tegen Manchester City in de tweede speelronde (het enige puntverlies van Guardiola’s formatie tot vandaag), maar kon niet voorkomen dat Everton ging kwakkelen. In de Premier League ontsteeg de ploeg de degradatieregionen niet en in de Europa League werd het kansloos uitgeschakeld in de groepsfase. Op 23 oktober 2017 was de maat vol: ontslag.
Precies op dat moment werden de eerste scheurtjes in het huwelijk van Bosz en Borussia Dortmund al zichtbaar. Na een fenomenale seizoensstart leek de Nederlandse coach van BVB een ware uitdager voor de titel te kunnen maken. Maar toen de maand oktober insloeg, veranderde alles. Dortmund weet achtereenvolgens niet te winnen van RB Leipzig, APOEL Nicosia, Eintracht Frankfurt, Hannover 96, nogmaals APOEL Nicosia, Bayern München, VfB Stuttgart, Tottenham Hotspur, Schalke 04, Bayer Leverkusen en Real Madrid. Sommige remises en nederlagen waren frappant. Zo had Bosz’ formatie in de thuiswedstrijd tegen APOEL liefst 29 schoten, de opponent vier. Uitslag: 1-1. En in die fantastische Kohlenpottderby tegen Schalke 04 werd het 4-4. Leuk, zo’n wedstrijd, maar voor Bosz een tikkeltje zuur na een 4-0 ruststand.
Na zo’n dramatische reeks was de smaak van de fantastische seizoensstart weg. Sterker nog: de thuiswedstrijd tegen Werder Bremen was Bosz’ allerlaatste kans zijn straatje schoon te vegen. Maar opnieuw lukte het niet. Na een goal van Maximilian Eggestein in 26ste minuut moet Borussia Dortmund diep gaan om een gelijkmaker te forceren. Die komt via Pierre-Emerick Aubemayang, waarna BVB lijkt door te gaan pakken. Maar even later scoort Theodor Gebre Selassie de allesbeslissende 1-2. Ondanks verwoede pogingen op een gelijkmaker, was het lot van Bosz bezegeld. Exit.
Van vier naar nul Nederlandse coaches in een topcompetitie, in een tijdsbestek van amper zes maanden. Niet alleen het nationale elftal en het clubvoetbal ligt op zijn gat. Het trainersgilde deed in 2017 vrolijk mee.