Op dinsdagavond 3 april is het voorspel in Turijn, acht dagen later kent deze Zuid-Europese clash zijn beslissing in het Santiago Bérnabeu. Al sinds Europees voetbal in de jaren ’50 georganiseerde vormen aannam zijn deze grootmachten uit Spanje en Italië geregeld met elkaar in de slag geweest. Wat ging er vooraf in deze soap tussen de Koninklijke en de Oude Dame?
2017: Real sleept nummer twaalf in de wacht
In negentien ontmoetingen houden de beide ploegen elkaar aardig in evenwicht, zoals blijkt uit het doelsaldo van 22-22. Het is derhalve opmerkelijk dat beide ploegen zo’n uiteenlopend Europees palmares hebben. Real Madrid kon zich twaalf keer kampioen van Europa nomen. De twee Turijnse titels steken daar schril bij af, bovendien zit aan beide eindzeges een penetrant luchtje. De laatste keer dat de Grote Oren mee naar Madrid gingen was vorig seizoen in de finale. In een vrij eenzijdige finale won Real vrij gemakkelijk, een prachtige goal van Mario Mandzukic ten spijt. Gianluigi Buffon heeft derhalve nog steeds een gat in zijn prijzenkast.
2015: Koopzucht nekt Pérez en consorten
In het Bernabéu besliste een kind van Madrid de halve finale van de Champions League. De adder onder het Spaanse gras was dat de jongen het zwart-wit van de tegenstanders om zijn schouders had. Alvaro Morata schoot zijn club uit het toernooi. De club waar Karim Benzema zijn plek bezet hield, geflankeerd door honderdmiljoenenmannen Cristiano Ronaldo en Gareth Bale. Voor Morata was geen plek geweest, hij was derhalve naar Italië verscheept. Het heeft ze berouwd. Voorzitter Florentino Pérez reageerde overigens wel vrij grappig: ook Morata werd voor veel geld gekocht. Juventus verloor de eindstrijd van FC Barcelona.
2003: Galácticos gaan kopje onder in Delle Alpi
Het hoogtepunt van de Galácticos-cultuur in Madrid. Een viermansverdediging, Claude Makélélé als ’s werelds meest geavanceerde stofzuiger en voorin vijf man die de wereld in vervoering moesten brengen. In eigen huis behaalde Real een nauwe 2-1, een uitslag die niet genoeg bleek, ook omdat Luis Figo een strafschop miste in Delle Alpi. Nu had Juve in die jaren ook geen kinderachtig elftal: doelpuntenmakers als David Trezeguet, Alessandro del Piero en Pavel Nedved tonen dat wel aan. Zinédine Zidane, tegenwoordig bekend als trainer in Madrid, deed nog wel iets terug, maar met een 3-1 was het Juventus die de finale haalde.
1998: Davids tegen Seedorf in Amsterdam
De nieuwgebouwde Amsterdam ArenA kreeg de Champions League-finale van 1998 toegewezen. Alsof het zo moest zijn kreeg Mokum meteen twee van hun beste voetballers nog eens te zien: Clarence Seedorf met Real Madrid tegenover het Juventus van Edgar Davids. De pitbull uit Amsterdam-Noord trok in een harde wedstrijd aan het kortste eind. Seedorf en de zijnen gingen als winnaar van het veld door een treffer van Pedrag Mijatovic.