Terwijl Cristiano Ronaldo met Real Madrid alles won wat er te winnen valt, bleef het uitblijven van successen met zijn nationale ploeg aan hem knagen. Ronaldo verloor in 2004 met Portugal de finale van het EK, waarin het zeer verrassend onderuit ging tegen Griekenland. Sindsdien leek er een vloek te ontstaan tussen Ronaldo en de Portugese ploeg. Vier jaar na de afgang tegen Griekenland liet Portugal het al in de kwartfinale afweten toen Duitsland met 3-2 te sterk was. Op het EK in 2012 werd de Portugese ploeg uitgeschakeld door de buren uit Spanje.
In 2016 was het dan eindelijk zover: Cristiano Ronaldo won een prijs met de nationale ploeg. Portugal bereikte na de groepsfase en via Kroatië, Polen en Wales de finale, waarin het gekoppeld werd aan Frankrijk. De nationale vloek leek opnieuw aan het licht te komen toen Ronaldo na nog geen half uur spelen geblesseerd naar de kant moest. Portugal hield stand en kwam uiteindelijk via Éder in de verlenging op voorsprong. Huilend van geluk tilde Ronaldo uiteindelijk zijn langverwachte beker de lucht in. De superster van Real Madrid hoopt komende zomer door te pakken en de blamages van de afgelopen wereldkampioenschappen achter zich te laten.
WK 2006: HALVE FINALE
In 2006 had Cristiano Ronaldo zich inmiddels ontwikkeld tot een van de beste buitenspelers ter wereld. In dienst van Manchester United was hij nog geen doelpuntenkanon, maar bezorgde hij menig back een nachtmerrie met zijn vliegensvlugge trucs en loopacties langs de lijn. Ronaldo kwam in het toernooi één keer tot scoren, tegen Iran. Na een bizarre achtste finale tegen Nederland, waarin scheidsrechter Valentin Ivanov liefst zestien keer geel en vier keer rood trok, nam Ronaldo het in de kwartfinale op tegen verschillende Engelse ploeggenoten van Manchester United. Een zinderende strafschoppenserie zorgde uiteindelijk voor een plaats in de halve finale voor Portugal, waarin het ging spelen tegen Frankrijk. Met Ronaldo in de basis gingen de Portugezen met 1-0 onderuit door een doelpunt van Zinedine Zidane. Ook de troostfinale werd verloren, dit keer van Duitsland.
WK 2010: ACHTSTE FINALE
Met een ontketende Cristiano Ronaldo in de gelederen gold Portugal als een van de favorieten voor de eindwinst in 2010. De Portugezen, die Ronaldo inmiddels hadden benoemd tot aanvoerder, hadden het lastig in een groep met Ivoorkust, Noord-Korea en Brazilië. Twee keer speelde de ploeg zonder treffers gelijk, al werd er in de tussentijd met liefst 7-0 gewonnen van de Noord-Koreanen. In de achtste finale waren het veel bekenden van Cristiano Ronaldo die hem de das omdeden. In een rechtstreeks duel met Spanje, met ploeggenoten Xabi Alonso, Sergio Ramos en Iker Casillas in de basis, kwam Portugal uiteindelijk tekort voor een plaats in de kwartfinale.
WK 2014: GROEPSFASE
Wat hét toernooi van Cristiano Ronaldo moest worden, eindigde in een debacle. Mede dankzij een rode kaart van Pepe gingen de Portugezen in het eerste groepsduel met liefst 4-0 onderuit tegen Duitsland. De ploeg moest zich herpakken met twee overwinningen tegen de Verenigde Staten en Ghana, maar zover kwam het niet. Portugal won weliswaar van de Ghanezen, maar een gelijkspel tegen de VS zorgde er uiteindelijk voor dat Cristiano Ronaldo zijn kunsten niet kon laten zien in de knock-outfase. Het WK-hoofdstuk van Ronaldo kreeg hiermee een nieuwe zwarte bladzijde. Vooral zijn vrije trap tegen Duitsland was tekenend voor het toernooi van Portugal en Cristiano Ronaldo.