Zijn column had Nederland op stelten gezet. Onze zuiderburen zijn het met hem eens: nog geen vier procent van de Belgen verwacht dat Eden Hazard over vijf weken met de hoofdprijs in de lucht staat. Toch proberen ze het: een belangrijke verkeersader in Antwerpen is tijdelijk afgesloten zodat er op groot scherm naar de Duivels kan worden gekeken, hetgeen voor tientallen zoekende toeristen zorgde. De grootste stad van Vlaanderen is ondanks zichzelf vervallen in vlagvertoon. Niet de Vlaamse leeuw, maar de Belgische driekleur is te zien. Het Laatste Nieuws pakt uit: de selectie blijkt met 27,5 jaar gemiddeld de ideale leeftijd voor een wereldkampioen te hebben.
Dat is ook het discours: het is nu of nooit voor een generatie waarvan nu al tien jaar wordt gezegd hoe goed ze kan voetballen. Met Hazard en Kevin de Bruyne hebben zowel de Frans- als de Nederlandstaligen een superster in de selectie waar ze zich mee kunnen identificeren. Zodoende steeg het kwik gestaag tot een punt dat je gerust WK-koorts mag noemen. Vragen worden onder het tapijt geschoven. Of Roberto Martinez de tactische bagage heeft om de ploeg in een topwedstrijd te laten winnen? Of Vincent Kompany en Thomas Vermaelen tenminste voor de belangrijke wedstrijden fit geraken? We zullen het wel zien, lijkt de attitude.
In die sfeer oefent de ploeg maandagavond nog een laatste keer op eigen bodem. In het Koning Boudewijnstadion krijgt het met Costa Rica een andere ploeg die naar het WK gaat op bezoek, een ploeg bovendien die ietwat gelijkaardig voetbal speelt aan het spelletje dat openingsopponent Panama pleegt uit te voeren. Tegen de Ticos nog geen Kompany, Anderlecht-speler Leander Dendoncker zal speeltijd krijgen. Het systeem blijft gehandhaafd: België zal tenzij Kompany noch Vermaelen in staat is om Jan Vertonghen en Toby Alderweireld te flankeren met drie man centraal achterin opereren.
Het zou verbazen mocht er ook in de laatste testwedstrijd voor de ploeg uitvliegt naar Rusland nog steun aan Nainggolan worden betuigd. Hoe populair de flamboyante Antwerpenaar ook is bij zo’n beetje iedereen, stukje bij beetje lijkt het besef tot de Belgen door te dringen dat de ploeg wel degelijk een rol van betekenis kan spelen. De ploeg is gelouterd en heeft in 2014 en 2016 voldoende leergeld betaald.
Of de Belgische ploeg een soortgelijk effect in het thuisland kan bewerkstelligen als de Nederlandse tijdens de toernooien van 2010 en 2014 valt nog te bezien: de kijkcijfers van zo’n twee derde van de bevolking voor grote wedstrijden die in Nederland normaal zijn, worden in België tot dusver bij lange na niet gehaald. Toch lijkt na jaren van chaos en openlijke binnenbrandjes eindelijk sprake van rust rondom de ploeg. Rust en, fluister het zachtjes, een klein beetje stil optimisme. Gooit de ploeg tegen Costa Rica olie op dat vuurtje?

