Omdat Leonardo Bonucci de omgekeerde weg bewandelde gaat veel van de aandacht uit naar het ‘klappen van de zeepbel’ in San Siro. De stopper werd vorig jaar met veel tromgeroffel weggekocht uit Turijn. Juventus dat een basisklant verloor aan een concurrent, dat was nogal wat. Na een jaar is dat weer bij het oude en lijkt alles normaal te zijn. Toch niet helemaal. Gonzalo Higuaín is een van de meest gewilde spitsen op de Europese velden, en die vertrekt nu naar wat we met alle eerbied ten spijt niet meer dan een subtopper kunnen noemen.
111 - Since his arrival in 2013, Gonzalo Higuain is @SerieA_TIM top scorer with 111 goals in 177 matches. The Argentine forward is the only one to have scored at least 15 goals in each of the last 5 League seasons. Killer. pic.twitter.com/UhHgnQB1ec
— OptaJose (@OptaJose) 1 augustus 2018
Er wordt veelvuldig met de Argentijn gespot. Hij zou niet helemaal afgetraind zijn(al wijzen de beelden toch iets anders uit) en hij zou houterig zijn. Dat laatste zal best, het belet hem niet om doelpunten aaneen te rijgen. Sinds hij in 2013 naar de Serie A trok was het in 177 wedstrijden 111 keer raak. Geen enkele speler scoorde in de afgelopen vijf jaar vaker in de Italiaanse competitie. Een moyenne van 0,63 is in de Serie A geen slechte zaak. Milaan is dan wel spitsenhoofdstad van Italië, misschien Europa zelfs. Wat was het moyenne van zijn meest gevierde voorgangers?
Andriy Shevchenko: 0,56
Niet meer voor te stellen, maar ruim tien jaar geleden was AC Milan de toonaangevende club en liepen jochies door heel Europa in shirtjes met Kaka of Shevchenko achterop gedrukt. De Oekraïner werd destijds gezien als de beste spits ter wereld, al raakte hij na zijn overstap naar Chelsea haast nooit meer een bal goed. Liever herinneren we hem als het roofdier van San Siro, een spits die zelden kansen onbenut liet en regelmatig ploegmaats beter liet spelen.
Filippo Inzaghi: 0,36 bij Milan, 0,42 in de hele Serie A
Zelfs als je hele leven uit doelpunten bestaat is het niet makkelijk om in de Serie A te scoren. Filippo Inzaghi, de man die voetballend zo beperkt was dat hij niet eens meedeed met de rondo, had op het veld alleen doelpunten als missie. De rest boeide hem helemaal niet. Zelfs met die wetenschap was het in de verdedigend destijds nog sterkere Serie A moeilijk scoren: de arme Inzaghi liep met al zijn moeite geeneens een op twee.
Marco van Basten: 0,61
Een van de weinigen die Gonzalo Higuain wist te benaderen. De Utrechter maakte dan ook deel uit van een bijzonder goed AC Milan, de ploeg van Arrigo Sacchi die naar Italiaanse ploegen nog graag de aanval mocht zoeken. Slaagde er in 1991 maar liefst 25 keer in om het net te vinden, in een tijdperk dat het voetbal vermoedelijk het meest verdedigend was. Keepers mochten terugspeelballen destijds nog in de handen nemen. Het laat een hoop ruimte om te bedenken hoeveel treffers erbij waren gekomen als het niet aan die rottige enkel had gelegen.
Conclusie
Natuurlijk is het niet helemaal eerlijk om spitsen van tien of twintig jaar geleden te vergelijken met nu, anno 2018 is de Serie A als geheel doelpuntrijker geworden. Desondanks heeft Milan met Higuaín een spits die zo goed als garandeert dat hij zijn doelpunten regelmatig meepikt. Gezien het feit dat hun clubtopscorer vorig jaar Patrick Cutrone heette en er tien maakte, is het geen al te gewaagde voorspelling dat Milan plezier gaat beleven aan de Argentijn.

