Buitenlands voetbal is nog moeilijk. Veel mensen in Nederland kijken nog analoge televisie, waardoor Canal+, dat de livewedstrijden uitzendt uit heel veel landen, het moeilijk heeft mensen te bereiken. Het Engelse en Duitse voetbal is op open televisie te bekijken: op zaterdag op RTL. Veel mensen kunnen ook de zenders ontvangen waarop Sportschau en Match of the Day worden uitgezonden. Op maandag kun je Eurogoals zien, het programma van Eurosport waar je van veel competities de doelpunten van het voorbije weekend kunt bekijken.
Mythische schaarste
SBS6 komt ook met Barça TV, een wekelijks magazine over het wel en wee van FC Barcelona. Net als Eurosport is dat aardig, maar weinig populair en onvoldoende om een serieus beeld te krijgen van buitenlandse clubs. Pas als Sport1 een paar jaar verder begint met het aanbieden van vrij voordelige pakketten in huishoudens die steeds vaker digitaal televisie kijken, is het hek van de dam. Eindelijk kunnen liefhebbers van Barcelona, Manchester United of AC Milan iedere week naar hun favoriete ploeg kijken op de Nederlandse televisie, zonder grote complicaties.
Het is ook het einde van een mythisch tijdperk waarin buitenlands voetbal op televisie iets bijzonders is. Ook in 2005 was de NOS al verliefd op Barcelona. Als het even kon besloten ze in Hilversum om de Catalaanse grootmacht uit te zenden, ook omdat er meestal een flink Nederlands contigent in Camp Nou actief was en Frank Rijkaard de trainersstoel bezette. De publieke omroep had in 2005 nog gewoon de rechten voor de Champions League. Ook op de analoge televisie kregen we toen al Camp Nou te zien.
Voorsprong door plezier
Een voorkeur hadden we allemaal: de Champions League is tenslotte al 25 jaar het summum van het voetbal. Waar de een viel voor Bayern en Ballack, of Shevchenko bij AC Milan, of Zidane bij Real Madrid, werd een ander wild van Rooney, Lampard of Bergkamp. Slechts één figuur oversteeg alle andere, omdat hij het voetbal als geheel oversteeg. Dé ster van de nillies was zonder enige twijfel Ronaldinho. Getooid met grote tanden die hij continu bloot lachte op het veld. Het leek hem amper te deren of hij won, plezier maken was het allerhoogst haalbare voor ‘Ronnie’, ongeveer zo cool als een Blackberry zes jaar later zou worden.
Zijn trucs brachten heel Europa tegelijk in vervoering. Glimlachend over een mooie actie. Als-ie lukte, lachte een heel continent mee. Wie weet nog die ongelofelijke goal op Stamford Bridge? Als het niet lukte, lachte Ronnie alsnog. Misschien dat hij aan David Seaman dacht, misschien vond hij voetballen gewoon leuk, een emotie die veel van zijn ambtsgenoten hoe langer hoe minder tonen. Wie Messi op het veld ziet lijden vraagt zich soms af waarom de Argentijn het nog doet, vooral bij de nationale ploeg. Een Belgische commentator noemde hem op het WK in één speelhelft depressief, treurend, chagrijnig en lui. Kom daar maar eens om bij Ronaldinho, stijlicoon met slagtanden.
Audi meet zich een voorsprong door techniek aan, Ronaldinho had een voorsprong door plezier. Afgelopen zomer liep hij ineens over het Leidseplein. Met vrienden, of beveiligers, waarschijnlijk hadden zijn metgezellen een dubbelfunctie. Het past bij het fenomeen: al in zijn actieve loopbaan hield hij wel van een feestje. De sterren van vandaag zijn veel te bang om in het openbaar te verschijnen, daar had Ronaldinho nooit last van. Dat was gewoon een kind in een snoepwinkel, die nooit door heeft gehad dat de spekkies, lolly’s en schuimpjes ineens plaatsmaakten voor gras, doelpalen, keepers en paparazzi. Deze donderdag viert hij zijn 39e verjaardag. Reken maar op een groot feest.
Voetballegende Ronaldinho gespot in Amsterdam https://t.co/6VbvVG2uwa pic.twitter.com/ZtVr0iy0AK
— AT5 (@AT5) 9 juni 2018