Het is dat Atlético Madrid Jan Oblak dit seizoen op doel heeft staan. Dat scheelt de Madrilenen heel wat puntverlies. De ploeg van trainer Diego Simeone scoort gewoonweg te weinig. Liefst twaalf teams in La Liga slaagden er in 23 speelrondes in om vaker te scoren dan de roodwitten. Dat Atlético vierde staat, is een wonder.
Real Madrid en Barcelona hebben tot dusver dit seizoen 44 en 53 doelpunten voor. Spelers van beide grootmachten domineren de topscorerslijst. Lionel Messi staat bovenaan, veertien treffers. Karim Benzema, dertien. Luis Suarez, elf. Bij de eerste vijftien namen zit niemand van Atlético Madrid.
Qua doelpunten vóór is de club eerder van het niveau Eibar, Real Mallorca. Dat zijn teams onder in La Liga die tot dusver dit seizoen 22 keer het net vonden.
Atlético wacht tot de spitsen hun neusje voor de goal weer eens terugvinden. De club betaalde 66 miljoen euro om Diego Costa in januari 2018 terug te halen naar Madrid. Sindsdien scoorde de international pas zeven keer, waarvan dit seizoen pas twee. Costa is bovendien geen vaste kracht meer.
Niet indrukwekkend
Alvaro Morata krijgt vaker de kans in de spits. Maar zijn zeven doelpunten in negentien optredens zijn ook niet al te indrukwekkend. Daarmee is hij dit seizoen wel de topscorer van Atlético. Morata keert in de zomer terug bij Chelsea, dat hem voor twee jaar verhuurt aan de Madrilenen.
Wil Atlético weer wedijveren met Barcelona en Real Madrid, dan moet er een nieuwe spits komen. Eentje die, zoals Costa in het kampioensjaar 2014, meer dan twintig keer het net kan vinden. Na het vertrek van Antoine Griezmann is de ploeg van Simeone al helemaal vleugellam. Tijd om iets te veranderen.