Een zonovergoten woensdagmiddag in augustus. Het is iets meer dan 24 uur voor de Europa League-wedstrijd tussen Sevilla FC en AS Roma in Duisburg als Luuk de Jong zijn telefoon opneemt. Na een lunch in een hotel nabij Düsseldorf ligt hij op bed in zijn hotelkamer. De thermometer geeft dan al bijna dertig graden aan in Nordrhein-Westfalen, niet ver van het dorp waar hij in zijn tijd als speler van Borussia Mönchengladbach woonde. Over een paar uur staat er een training op het programma in de MSV Arena. “Ik dacht de zomerhitte van Sevilla te ontvluchten; is hier een hittegolf”, vertelt De Jong lachend.
BEENHAM
In Duitsland speelt Sevilla ‘the finals’ van de Europa League. De Jong hoopt op een mooi eind van zijn eerste seizoen bij de vijfvoudig Europa League-winnaar. Het is nu iets meer dan een jaar geleden dat hij met rugnummer 19 werd gepresenteerd bij Sevilla Fútbol Club, opgericht op 25 januari 1890. Met zijn vriendin Lizanne en hun labrador Blue woont hij op een paar minuten rijden van het trainingscomplex en op een kwartiertje van Estadio Ramón Sánchez Pizjuán. De tuin, met zwembad, grenst aan een golfbaan, waar hij voor de coronaperiode op vrije maandagen regelmatig met vader George te vinden was. Vanuit Nederland ben je in ruim tweeënhalf uur in de hoofdstad van Andalusië.
Na Tarik Oulida, Khalid Boulahrouz, Hedwiges Maduro en Quincy Promes is Luuk de Jong de vijfde Nederlander die het shirt van Sevilla FC draagt. En de Sevillistas zullen hem al na zijn eerste seizoen niet meer vergeten. Op 10 november 2019 schreef De Jong, die 27 augustus zijn dertigste verjaardag viert, al een beetje geschiedenis voor Sevilla, zoals hij het noemt. Hij maakte de winnende 1-2 in El Gran Derby tegen rivaal en stadgenoot Real Betis, de volksclub. Sevilla FC staat bekend als club van de elite. Een enthousiaste sponsor van Sevilla FC zocht De Jong na de gewonnen derby op met een bijzonder cadeau. “Net als de andere doelpuntenmaker van die avond, Luis Ocampos, kreeg ik van die man een grote beenham, eentje die je veel in Spaanse restaurants ziet hangen. Ik heb de beenham in de auto meegenomen en thuis bewaard. Tussen kerst en oud en nieuw wamen vrienden, mijn broer Siem en hun vriendinnen bij ons eten. Een van mijn vrienden zocht op via YouTube hoe we die beenham moesten aansnijden. Dat ging vrij goed. Het smaakte heerlijk. Het was een 5J ham, Cinco Jotas. Dat schijnt een van de betere van de wereld te zijn. Ik heb er geen verstand van hoor. We lazen het op internet, haha. Voor de restjes hebben we iemand laten komen om het professioneel op te snijden.”
Kun je sinds jouw goal tegen Real Betis in alle restaurants van Sevilla-uitbaters gratis aanschuiven?
“Haha, nou dat valt wel mee hoor. Ik word wel vaak herinnerd aan die goal, dat wel. Wanneer ik in de stad loop, word ik ook geregeld aangesproken door fans voor een foto of handtekening, maar de aandacht valt mee. Ik zet meestal een pet op en soms een zonnebril. Dan ben ik aardig incognito. Ik kom eigenlijk alleen in het centrum als ik even vrij ben en daar zijn normaal gesproken vooral veel toeristen. Zij hebben meer oog voor de mooie pleinen en gebouwen in de stad. Ze zullen niet kijken of ik er rondloop. Misschien zou ik in andere delen van de stad wel meer aangesproken worden. Sevilla is echt voetbalminded en de fans leven intens mee met de wedstrijden. Zeker rond de derby. Wanneer ik het veld van ons stadion betreed en de fans de clubhymne hoor zingen, krijg ik kippenvel. Maar dat is door de coronaperiode al een tijd geleden.”
TEAMPLAYER
Het eerste seizoen van De Jong in LaLiga eindigde op 19 juli met een thuiszege op Valencia: 1-0. De Jong speelde 71 minuten. In competitieverband stond hij in 24 van de 38 wedstrijden in de basis en viel hij elf keer in. Drie duels hield trainer Julen Lopetegui hem op de bank. Zes keer scoorde De Jong, alleen de Argentijnse vleugelspeler Ocampos vond vaker het net voor Sevilla in LaLiga: zestien goals. Nee, zes is niet een doelpuntenaantal dat direct tot de verbeelding spreekt, erkent De Jong. Maar als hij terugkijkt op zijn eerste seizoen is hij wel tevreden. “Het was door corona een turbulent seizoen, maar sportief gezien heb ik een stabiel seizoen gedraaid. Natuurlijk hoop je vaker te scoren dan zes keer, maar LaLiga is niet de Eredivisie. Je maakt niet zomaar meer dan twintig goals. Dit seizoen hebben alleen Messi en Benzema dat gedaan. Ja, het kan altijd beter en volgend seizoen wil ik vaker scoren, maar wat vooral telt voor mij is dat we als team de doelstelling hebben bereikt: kwalificeren voor de groepsfase van de Champions League. Ik heb mijn bijdrage geleverd aan het bereiken van de vierde plaats in LaLiga. En ik voel me binnen het team en de technische staf ook zeker gewaardeerd om de arbeid die ik lever buiten mijn goals. Toen ik de trainer en de technisch directeur (Monchi, red.) voor het eerst sprak, zeiden ze mij te willen kopen omdat ik als spits een echte teamplayer ben.”
Technisch directeur Monchi zei al eens over De Jong dat hij hem een bijzondere spits vindt die aan veel eisen voldoet die Sevilla stelt aan een spits. Voordat De Jong de overstap maakte van PSV en een vierjarig contract tekende in Sevilla, liet hij softwareontwikkelaar ORTEC aan de hand van data van de selectie en de tactiek van de club onderzoeken of hij in de speelwijze zou kunnen passen. “We spelen met vleugelspelers die ‘hoog’ staan en voorzetten naar de zestien proberen te krijgen. Ik weet dat ik op die manier als aanvaller het gevaarlijkst ben. Maar je merkt in Spanje direct dat je niet iedere wedstrijd tien goede voorzetten moet verwachten, zoals in Nederland. Het niveau is hier hoger. Je hebt minder momenten om toe te slaan. Eigenlijk heb je tegen topteams als Real Madrid en Barcelona meer momenten, omdat zij vrij aanvallend spelen. De eerste twintig minuten tegen Barça in Camp Nou waren wij beter en kreeg ik goede kansen. Helaas gingen die er niet in. Zij scoorden toen drie keer in een paar minuten. Dat is de de absolute top.”
Zes keer was het dus raak voor De Jong: tegen Levante (thuis), Betis (uit), Real Madrid (uit), Granada (thuis), Atlético Madrid (uit) en opnieuw Levante (uit). Twee daarvan maakte hij met zijn hoofd. “Bij PSV scoorde ik heel vaak met mijn hoofd, maar tegen Betis, Real en Atlético juist met harde, zuivere schoten in de zestien na een goede eerste aanname of individuele actie. Het draait niet alleen om koppen bij mij, nee. Je moet ook wel veelzijdig zijn als spits van Sevilla. Ik weet wat ik kan en waar mijn kracht ligt. Dat het even duurde totdat ik mijn eerste doelpunt maakte in LaLiga (tegen Levante op 20 oktober 2019, red.) was vervelend, maar ik werd niet ongerust. Ik voelde ook geen extra druk omdat ik een nieuwe spits was. Er kwamen met mij nog dertien, veertien nieuwe spelers in de zomer. Dan ligt de druk niet bij één speler. Ik ben ook op een leeftijd dat ik mij niet meer zo bezighoud met druk en kritiek van buitenaf. Ik weet wat de trainer van mij verlangt en dat is niet alleen doelpunten maken.”
RIJPINGSPROCES
Sevilla is na De Graafschap, FC Twente, Borussia Mönchengladbach, Newcastle United en PSV zijn zesde profclub en zijn derde buitenlandse avontuur. Zijn twee contractjaren bij Borussia Mönchengladbach verliepen niet zoals gehoopt en ook een half jaar op huurbasis bij Newcastle leverde hem weinig mooie herinneringen op. Bij PSV, dat hem in de zomer van 2014 overnam van Gladbach, werd De Jong de aanvalsleider en aanvoerder. In vijf jaar werd hij drie keer kampioen, scoorde hij 112 keer in 204 officiële duels en gaf hij 57 assists.
Hij was naar eigen zeggen klaar voor een derde kans in het buitenland. Er was interesse uit landen als Australië en China en eerder al uit Mexico. Vader George was voor zijn jongste zoon al op verkenning geweest naar Mexico. Maar toen vijfvoudig Europa League-winnaar Sevilla concreet werd, hoefde De Jong niet lang na te denken. “Ik was niet huiverig om na mijn periodes in Duitsland en Engeland weer naar het buitenland te gaan. Ik heb mooie en leerzame jaren gehad bij PSV. Ik voelde dat het tijd was voor een nieuwe uitdaging. Ik blijf PSV natuurlijk volgen en heb nog contact met mensen daar. Vooral met Mart van den Heuvel, de teammanager uit mijn tijd. Mooie kerel. Hij stuurde mij na mijn transfer nog een doosje met hagelslag, pindakaas, een trainingsshirt van PSV en een FIFA-game. Mart kan ik zeker een vriend noemen.”
Hoe ervaar je jouw derde buitenlandse avontuur, ook in vergelijking met de periodes in Duitsland en Engeland?
“Bij Sevilla voel ik me meer op mijn plek dan eerder bij Mönchengladbach en Newcastle. Dat heeft met mezelf en de toenmalige situaties bij die clubs te maken. Aan het begin van mijn carrière bij De Graafschap en FC Twente ging alles in een stijgende lijn. Maar bij Gladbach was ik de spits in een vrij defensief elftal. Dan wordt van een spits ook iets anders gevraagd. Ik ben iemand die altijd blijft knokken en niet zeurt, maar op een gegeven moment moet je dan keuzes maken. Toen kwam Newcastle voorbij voor een half jaar. Ik wilde weer spelen, maar al snel bleek het daar onrustig in de club. Ik werd ook niet in de spits, maar op het middenveld gezet. In dat half jaar stortte het team in elkaar. Ik heb achteraf geen spijt van mijn keuzes, want ik heb er ook van geleerd. De keuze voor PSV heeft heel goed uitgepakt. Ik ben daar gerijpt en gegroeid als mens en voetballer. Ik ben ook trots op mezelf dat ik door hard te blijven werken nu bij een mooie club als Sevilla speel. Mijn rol in de groep is hier anders dan bij PSV. In de kleedkamer bij Sevilla zitten veel jongens van 27 jaar of ouder. Dat is in Nederland anders. Daar ben je als ervaren speler veel met jonge jongens bezig in de coaching. Hier ligt de focus meer op jezelf en je eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat vind ik nu ook wel fijn.”
WAARDERING
Verantwoordelijkheid nemen en op jezelf zijn gold vast nog meer voor jou in de coronaperiode?
“Ja, inderdaad. Zo’n twee maanden zaten we thuis. Ik heb nog nooit zo lang niet op een veld gestaan. Ik deed thuis mijn fitnessoefeningen, maar verder kun je alleen naar de supermarkt op en neer. Mijn vriendin en ik keken veel Netflix: films, documentaires en series. Sevilla veranderde in een spookstad tijdens de lockdown. Normaliter is er veel leven in de brouwerij. De restaurants gaan dan vanaf een uur of negen open, maar de meeste mensen gaan rond tien of elf uur. De terrassen zitten dan vol en de sfeer is relaxed, zomers. Het buitenleven maakt mijn avontuur zeker aangenamer. Ik was voor mijn transfer wel op vakantie geweest naar Valencia, Madrid en Barcelona, maar nooit naar Sevilla. Het is een hele mooie stad met veel historie. Ik hoorde dat hier ook scènes van Game of Thrones en de Star Wars-films zijn opgenomen. Toen we hier net waren hebben mijn vriendin en ik een rondrit gemaakt in zo’n toeristenbus. Dan krijg je een mooi beeld van de bijzondere en bekende plekken in de stad.”
Je hebt weleens gezegd dat jouw leven niet 24/7 om voetbal draait, ook al ben je daar natuurlijk wel veel mee bezig. Wat heeft jou verder beziggehouden tijdens de strenge lockdown in Spanje?
“Ja, de foto’s van de barbecue bij mijn buurman Ever Banega heb je vast wel gezien. Dat was niet zo handig met een groep mensen, nee. Maar we hebben onze excuses aangeboden. Daarmee was het klaar. Buiten dat moment heb ik met Banega en andere Argentijnse en Spaanse teamgenoten goed contact. Onze vriendinnen klikken ook goed. In de coronaperiode hebben mijn vriendin en ik verder aan ons Spaans gewerkt. We keken bijvoorbeeld La Casa de Papel en Breaking Bad in het Spaans. Ja, daarin wordt veel gescholden, maar je steekt er wel wat van op, haha. Ik versta nu veel, al moeten ze niet te snel praten. Sommige Spanjaarden praten als een mitrailleur. En de Argentijnen hebben ook weer hun eigen dialect. Maar dat ik al een beetje Spaans spreek wordt hier gewaardeerd. En het is handig om mee te komen in de groep. Veel jongens spreken geen Engels. Ik doe interviewtjes na de wedstrijd nu ook in het Spaans, maar dat is nog niet om over naar huis te schrijven. Ze snappen mij wel, heb ik het idee. Haha. En met Nemanja Gudelj spreek ik gewoon Nederlands. We zijn weleens samen een hapje gaan eten in de stad. Verder heb ik ook met keeper Tomas Vaclik een goede klik.”
Veel gebeld met het thuisfront en broer Siem in de Verenigde Staten?
“Zeker. Met Siem heb ik veel online op de Playstation gespeeld, wanneer zijn dochters op bed lagen. We spreken elkaar bijna dagelijks. Als oom is het leuk om mijn nichtjes te zien op FaceTime. Met Siem bespreek ik ook onze zaken buiten het voetbal. Zo hebben we samen met een vriend een kledinglijn (MAEL, red.). We hadden eerst een winkeltje in Amsterdam, maar zijn nog alleen online actief. We beheren ook vastgoed en verhuren onder meer vakantiehuizen op Ibiza. De focus ligt bij ons natuurlijk vooral op onze voetbalcarrières, maar we denken zeker na over onze levens buiten en na het voetbal. Siem is van ons twee meer de aanjager met ondernemen. Hij leest er regelmatig boeken over en beluistert podcasts. Hij verdiept zich er nog iets meer in dan ik.”
De seizoenen 2019/20 en 2020/21 lopen bijna in elkaar over zonder een echte zomervakantie voor veel spelers en dan volgt, als het mogelijk blijkt, nog het EK over een klein jaar. Hoe kijk jij naar de speelkalender?
“Voordat we naar Duitsland gingen voor de Europa League heb ik nog een paar vrije stranddagen in de buurt van Sevilla gehad. Hopelijk halen we de finale van de Europa League. Dan zouden we op 21 augustus onze laatste wedstrijd van seizoen 2019/20 spelen. Tien dagen later start de voorbereiding op het nieuwe seizoen en 12 september is de eerste wedstrijd in LaLiga. Het wordt een lang en pittig seizoen, maar ik laat het allemaal op me afkomen. Ik heb er ook wel zin in. Ook in het EK. We waren als team goed bezig. Ik snap het als mensen zeggen dat ik deze zomer door de blessures van Memphis Depay en Donyell Malen misschien meer kans had gehad op speeltijd, maar dat zullen we nooit weten. Ik hoop dat we volgend jaar op volle oorlogssterkte naar het EK kunnen gaan en dat ik erbij zit en mijn rol kan spelen. Als dat als breekijzer is, vind ik dat geen probleem. Ik heb daarover goed contact gehad met de bondscoach. Natuurlijk sta ik het liefst altijd in de basis, maar ik ken mijn rol. Memphis is in onze speelstijl de eerste keus. Ik heb begrip voor die keuze en kan als breekijzer zeker van waarde zijn, zoals tegen Noord-Ierland. En wellicht start ik tegen landen die zich meer terugtrekken wel in de basis. Zoals ik eerder zei: ik maak met niet meer zo snel druk en waardeer wat ik heb. Ik voel me bij zowel Sevilla als Oranje gewaardeerd in de rol die ik vervul. Dat geeft een goed gevoel.”
