Onder toeziend oog van 173.850 toeschouwers vormde Uruguay een sta-in-de-weg voor Brazilië. De historische eindstrijd in Estádio do Maracanã te Rio de Janeiro eindigde in 2-1. De opbouw van een WK-eindronde was destijds anders dan nu. De vier groepswinnaars uit de eerste ronde speelden in de tweede ronde tegen elkaar in een finalegroep. De winnaar uit die poule mocht zich WK-winnaar noemen. Met nog één speelronde voor de boeg in die finalepoule beschikte Brazilië over vier punten, één meer dan Uruguay, drie meer dan Spanje en vier meer dan Zweden. Brazilië moest Uruguay nog treffen.
Voor de Goddelijke Kanaries leek er vlak na de rust geen vuiltje aan de lucht. Friaça, die in 2009 is overleden aan een longontsteking, bracht de Brazilianen toen op voorsprong. Brazilië leek hard op weg naar de wereldtitel, waar het niet dat de Uruguayanen er alsnog in slaagden om hun tweede WK-titel te behalen. Juan Alberto Schiaffino, helaas ook niet meer onder ons, en Alcides Edgardo Ghiggia gaven de WK-finale van 1950 de bijnaam Maracanaço, oftewel de shock van Maracanã.
La victoria másgrande de todoslos tiempos. Hoy se cumplen65 añosdel 'Maracanazo' de Uruguay ante la 'canarinha'. pic.twitter.com/PXLbTqvWJr
— Falso9 (@falso9web) 16 juli 2015
Na het treffen volgden naast zelfmoorden ook racistische uitlatingen. De zwarte spelers kregen de schuld van de nederlaag. Doelman Barbosa werd zijn hele leven bespot. Hem werd zelfs de toegang geweigerd toen hij in 1993, 43 jaar later (!), het trainingskamp van Brazilië wilde bezoeken. Het leven werd hem onmogelijk gemaakt. Vlak voordat hij in 2000 aan een hartaanval overleed, zei hij het volgende: "de maximale straf in Brazilië is dertig jaar gevangenis, ik heb mijn hele leven straf gekregen."

