Laten we eerlijk zijn. Wie gaf er nu eigenlijk een cent voor Juventus? Niet dat de selectie van Massimiliano Allegri bestaat uit lantaarnpalen en koekebakkers. Dat zeker niet. Maar dat de finale eigenlijk al vóór het eerste fluitsignaal van Cüneyt Cakir beslecht leek, lag vooral aan de opponent, het wonderelftal van Catalaanse makelij. FC Barcelona zou in Berlijn hoe dan ook de tweede triplete winnen.
Antwoord op MSN
Dat gebeurde inderdaad, maar wat waren de Italianen dicht bij een daverende verrassing. Want in de tweede helft leek Barcelona rijp voor de slacht. Na de gelijkmaker van Alvaro Morata, of beter gezegd, ergens halverwege de eerste helft, werd Juventus de betere ploeg.
Hoe was het mogelijk dat Barça, met de gevreesde aanvalsmachine MSN in de gelederen, zich bijna de kaas van het brood liet eten? Namen de Catalanen het na de snelle openingstreffer, soms te licht op? Nee, absoluut niet. De ploeg uit Turijn bewees dat het een meer dan terechte finalist was. Een ploeg dat in tegenstelling tot Internazionale, in 2010 de laatste Italiaanse kampioen van het miljoenenbal, tot meer in staat bleek dan ordinair countervoetbal.
Maar okay, Inter werd toentertijd gecoacht door ene Mourinho, de koning der resultaattrainers. Bij Juventus staat een coach aan het roer die aanvallend voetbal hoog in het vaandel heeft staan. Allegri dus, de meest on-Italiaanse coach van de 21-ste eeuw.
Grote meester
Het bleek geen toeval dat Juve in de halve finale Real Madrid had geëlimineerd. De Oude Dame liet de Madrilenen uitrazen en nam stilaan het heft in handen. Na arbeid kwam voetbal, zeg maar. Die tactiek werd ook in het broeierige Olympiastadion toegepast. En voetballen, dat konden de Italianen.
Het was een feest om vanaf de tribune naar Andrea Pirlo te kijken. Ja, er zit wat sleet op het spel van de grote oude meester, maar wat geeft het? Zelfs de grootste voetballer aller tijden, Lionel Messi, toonde tijdens de wedstrijd respect voor de sierlijke spelmaker. Wat te denken van Paul Pogba en Arturo Vidal? De adjudanten van Pirlo overvleugelden bij tijd en wijle hun Catalaanse tegenstanders en het moet raar lopen willen deze twee krachtpatsers komend seizoen niet ergens in Londen, Manchester of Parijs te bewonderen zijn.
De grote winnaar
Het fanatisme waarmee de Italiaanse verdedigers de aanvallers van Barcelona te lijf gingen, dwong eveneens respect af. Het zou geen kwaad kunnen als Guus Hiddink de komende dagen zijn mandekkers eens in een loos uurtje voor de buis plant en hen opnieuw laat kijken naar de Berlijnse finale. Onze jongens kunnen een spoedcursusje modern verdedigen Italian style goed gebruiken.
En dan was daar nog Gianluigi Buffon, die bij 1-0 achterstand met een katachtige reflex zijn ploeg in de wedstrijd hield. Dát is ook wat het voetbal in de absolute top inhoudt: je klasse tonen op de momenten dat het er om gevraagd wordt. Dat deed ook Alvaro Morata, die in de duels tegen Real en Barca één-op-één liep.
Achteraf heeft de winnaar altijd gelijk en FC Barcelona zeker. Maar dankzij het geweldige Juventus van Allegri waren de honderden miljoenen toeschouwers vanavond de grote winnaar.