Het parlement nam gisteren een wet aan die een einde maakt aan de monopoliepositie van Real en Barca in Spanje. Komend seizoen mogen alle clubs hun tv-rechten nog op eigen houtje verkopen. Maar vanaf 2016 zullen de mediarechten van de Primera Division collectief verkocht worden, zoals eigenlijk in alle topcompetities van Europa al het geval is.
Tot grote vreugde van alle overige clubs, die de laatste jaren een harde strijd voerden voor deze beslissing. In de oude regelgeving streken Real Madrid en Barcelona zo'n 150 miljoen euro op uit tv-deals. De overige 18 clubs kwamen gezamenlijk amper aan dat bedrag. Het wekte tot frustratie van alles en iedereen een sportieve scheefgroei in de hand.
In 2010 al wilden de overige 18 clubs een eigen competitie zonder Barcelona en Real op te zetten. Dit seizoen dreigden ze te gaan staken. Een plan dat op het nippertje afgewend werd door de positieve signalen vanuit het parlement.
Door de donderdag aangenomen wet zijn alle clubs uit de Primera División vanaf 2016 verzekerd van aanzienlijk meer inkomsten uit tv-rechten. De hoop van de Spaanse regering is dat de competitie door die rechtvaardigere inkomstenverdeling spannender wordt. "We moeten ons aanpassen aan moderne tijden", aldus een verklaring van de Spaanse regering. "Afgelopen seizoen kreeg Atlético Madrid minder geld uit tv-inkomsten dan de hekkensluiter van de Premier League."
In de nieuwe afspraak verdelen de 20 clubs 90% van de tv-inkomsten. De overgebleven tien procent gaat naar clubs in de Segunda División, het tweede niveau in Spanje. De te verdelen 90% wordt opgedeeld in twee helften. De ene helft gelijkmatig. De andere helft op basis van prestatie en grootte.