Portugal wist de eerste wedstrijd met 1-0 te winnen dankzij een kopbal van Ronaldo en dus moest Zweden in eigen huis vol aan de bak. De bezoekers waren vanaf het begin een stuk sterker en ook nu was het Ronaldo die de score opende. Na een schitterende pass van Joao Moutinho wist de buitenspeler hard raak te schieten in de linker bovenhoek.
Twintig minuten voor tijd, toen niemand meer in een stunt geloofde, begon de Ibrahimovic-show. Op aangeven van Källström scoorde de Paris Saint-Germain-aanvaller de gelijkmaker. Vier minuten later 'Zlataneerde' hij zijn ploeg naar een 2-1 voorsprong. Hij schoot een vrije trap hard in het doel.
Zweden zette aan voor de 3-1, maar door de ruimte die achterin viel kreeg Portugal meerdere uitgespeelde kansen. Ronaldo schoot de 2-2 tegen de touwen en dus was de uitschakeling van Zweden nabij. Om het allemaal nog wat pijnlijker te maken scoorde de Portugees vlak voor tijd ook nog de 2-3. Na een rappe counter omspeelde hij de doelman, waarna hij Portugal keihard naar het WK schoot.

