Natúúrlijk had het bij rust al 0-6 kunnen of moeten staan. Maar de Madrilenen hielden zich in. Misschien uit mededogen voor de opponent die tijdens de vorige ontmoeting in Amsterdam zwaar was benadeeld door een flaterende grensrechter. Of misschien omdat De Koninklijke zondag de klassieker tegen FC Barcelona moet spelen. Hoe het ook zij, ineens was daar die geweldige kans van invaller Hoesen. De voormalige speler van Fortuna Sittard slaagde er echter niet om de bal van een meter of twee in een nagenoeg leeg doel te schieten.
Het was na die kans dat Mourinho, alias The Special One, ingreep. Met alle verzamelde kanonnen op het veld werd Ajax met een paar messcherpe counters aan stukken gereten. De Ajacieden stonden er bij en keken er in volle bewondering naar. De goals van Cristiano Ronaldo mochten dan wel van grote klasse, de Amsterdamse naïviteit die aan die goals vooraf ging, was te kinderachtig voor woorden.
Maar wat kun je dan verwachten als Fabian Sporkslede ineens oog in oog staat met Mesut Özil? Als Ricardo van Rhijn negentig minuten lang achter Cristiano Ronaldo moet aanlopen, als een gewezen eerste divisie-speler (Hoesen) het moet opnemen tegen Europees- en wereldkampioen Sergio Ramos? Mourinho had twee spelers mee naar Amsterdam genomen die hun voetbalopleiding hebben genoten in Madrid, de rest van het zeer getalenteerde gezelschap werd voor honderden miljoenen aangekocht. De wedstrijdselectie van Ajax herbergde maar liefst twaalf spelers die op De Toekomst zijn opgeleid. De overige spelers werden voor 'slechts' tien miljoen aangekocht. Zo lang de verhoudingen in het Europese topvoetbal zo scheef blijft groeien, heeft de kampioen van Nederland niets meer op het chique kampioenenbal te zoeken. Die constatering is niet nieuw, maar het is helaas wel de keiharde realiteit. Mocht Ajax dadelijk als laatste in de poule eindigen, dan slagen de nummers één en twee van de vorige competitie, Ajax en Feyenoord, er niet eens in om te overwinteren in de Europa League.

