Helaas heb ik dat gevoel dit keer niet. En dat geldt ook voor - denk ik - het merendeel van de meeste Nederlandse fans. Er is, wat mij betreft, geen enkel groot voetbaltoernooi, waarop ik me vooraf zo weinig verheug als op dit komende EK. Dat heeft niks te maken met het al dan niet in vorm zijn van Oranje, maar alles met de plek waar het toernooi wordt gehouden. Het trekt me niet en - gezien het feit dat de KNVB de kaarten nog niet aan de straatstenen lijkt kwijt te kunnen raken - datzelfde geldt blijkbaar voor de meeste Nederlanders.
Als hoofdredacteur van een groot voetbalmagazine ben ik al decennia lang in de uiterst bevoorrechte positie, dat ik steeds weer de grote toernooien heb kunnen bezoeken. Dat heeft fantastische reizen opgeleverd. In 1996 bijvoorbeeld, het jaar van "football is comming home', toen het EK in Engeland werd gehouden. Twee jaar later was het voetbalcircus naar Frankrijk verhuisd voor een memorabel WK, terwijl in 2000 Nederland en België de primeur hadden van een toernooi dat voor het eerst in twee verschillende landen werd gehouden. En ook de jaren daarna ging het genieten verder. In 2004 bijvoorbeeld in Portugal en in 2006 in Duitsland voor het mooiste WK aller tijden. Maar ook Oostenrijk/Zwitserland (2008) en het WK in Zuid-Afrika heb ik fantastisch gevonden.
En dan bedoel ik natuurlijk echt niet alleen het feit, dat er voor een echte voetbalfan als ik natuurlijk niks mooier is, dan het bekijken van spannende wedstrijden tussen de beste teams ter wereld. Nee, een WK of EK is zo veel meer. Iedere keer opnieuw heb ik het ervaren als een soort party. Een feest van ontmoetingen tussen mensen van alle landen, een uitwisseling van culturen in landen waar ook niet-voetbalfans zich uitputten in opperste gastvrijheid. Het klinkt allemaal wat hoogdravend, maar iedereen die wel eens een wedstrijd op een EK of WK heeft bezocht, weet precies wat ik bedoel: de sfeer is echt wat bijzonders.
Natuurlijk kan het zo zijn, dat Polen en de Oekraïne me gaan verrassen en dat het komende toernooi ook zo'n prachtig voetbalfeest gaat worden. Maar voorlopig is er nog maar weinig dat dáár op wijst. Sterker nog, sinds afgelopen week heb ik er een nóg harder hoofd in.
Afgelopen zaterdag las ik in één van de allerbeste kranten ter wereld, de Süddeutsche Zeitung, namelijk een prachtig reisverslag, geschreven door een verslaggever die per auto van Berlijn naar Warschau was gereden, vervolgens was afgedaald naar het grensplaatsje Przemysl en van daar uit via de Oekraïense speelstad Lviv uiteindelijk in Kiev belandde. Een reis van een kleine 2000 kilometer.
In een groot verhaal beschrijft de krant een beeld van niet één, maar twee toernooien die toevallig op hetzelfde moment worden gehouden in landen die niet meer gemeen hebben dan een gemeenschappelijke grens. Misschien was het vijf jaar geleden, toen de UEFA besloot de EURO2012 aan beide landen te gunnen, wel de bedoeling dat er sprake zou zijn van een steeds nauwer wordende samenwerking. Maar uiteindelijk is daar weinig van terecht gekomen en inmiddels maken beide landen de indruk van een "echtpaar dat in een ernstige huwelijkscrisis terecht is gekomen en alleen maar bij elkaar blijft, omdat ze voor de geboorte staan van hun eerste gemeenschappelijke kind".
Het meest verrast, was ik nog door al het geklungel, dat iedere dag weer plaats vindt in het grensplaatsje Przemysl waar het woord OPONTHOUD met chocoladeletters wordt geschreven. Denk bijvoorbeeld maar niet dat voetbalfans - en er worden er 25.000 per dag verwacht gedurende het EK - makkelijk met de auto van Polen naar de Oekraïne kunnen rijden. Gaat dus niet gebeuren. Weliswaar gaat men er van uit dat de huidige wachttijd van een uur of acht, tijdens het toernooi kan worden teruggebracht tot enkele minuten, maar het verschil is zo groot, dat het meer lijkt op een soort propaganda praatje.
En reizen met de trein: ook al niet sneller! De spoorbreedte tussen beide landen is niet gelijk, zodat ieder Pools rijtuig eerst door een kraan moet worden opgetild om vervolgens op een Oekraïns onderstuk te worden geplaatst. Ook hier is een urenlang oponthoud het noodlottige gevolg.
Het is natuurlijk veel te laat - en ook zinloos - om nogmaals terug te komen op de vraag hoe het in hemelsnaam mogelijk is geweest dat beide landen ooit de EK-organisatie toegewezen hebben gekregen. Het antwoord is immers al vijf jaar bekend. Om tot voorzitter van de UEFA te worden gekozen, had Platini immers destijds de steun van Oost-Europese landen nodig. En dus kocht hij de stemmen. Niet met geld, maar met de toezegging direct het eerste Oost-Europese EK te gaan organiseren. Hij slaagde op 't nippertje en met die gebakken peren zitten we nu!
Jan Hermen de Bruijn
Hoofdredacteur ELF Voetbal

