Ik heb de laatste twee weken met regelmaat genoten van die Olympische Winterspelen. Zelfs van het curling. Sinds ik samen met Willem van Hanegem en Dick Advocaat een keer aan zo'n jeu-de-bouleswedstrijd op ijs meedeed, weet ik hoe moeilijk die sport is. Na twee pogingen zaten wij alweer achter de warme chocolademelk, omdat wij op het ijs totaal geen beheersing over de curlingsten en over onze lichamen hadden en -nog nooit vertoond- als team tegen de boarding tot stilstand kwamen. Door het wintersportevenement verdween het voetbalnieuws de laatste weken naar de achtergrond. Misschien maar goed ook, want de resultaten op Europees niveau waren natuurlijk niet om over naar huis te schrijven.
Compenseren
De drie Nederlandse ploegen, die nog in de 'Europese Jupiler League' present waren, zien we in de volgende ronde niet meer terug. Het geeft helaas aan dat onze clubs zelfs op dit niveau niets meer te zoeken hebben. Ajax speelde leuk mee, maar moest het -zonder de geschorste topscorer Luiz Suarez die, net als gisteren tegen FC Utrecht, in de eerste wedstrijd al tegen een volkomen onnodige gele kaart was opgelopen- tegen Juventus afleggen. Juventus, vijfde in Italië met 17 punten achterstand op koploper Inter! Titelkandidaat FC Twente werd tegen de huidige nummer zes van de Bundesliga kansloos richting Enschede teruggestuurd. PSV kwam nog bij Hamburger SV in de buurt, maar werd door twee eigen spelers de das omgedaan. Want wat haalde Balazs Dzsudzsak nou in zijn hoofd om -hoe matig de Engelsman Dean ook floot- de scheidsrechter een duw te geven en hoe kinderlijk was de wijze waarop Carlos Salcido een strafschop veroorzaakte? Suarez, Dzsudzsak en Salcido, toch niet de minste spelers in de Nederlandse Eredivisie. Spelers met inmiddels een behoorlijk portie internationale ervaring, maar die juist door hun gedrag laten zien waarom zij voor de veel grotere competities in Spanje, Engeland, Italië en Duitsland (nog) tekort schieten. Ik zou ook wel eens willen weten of deze spelers, die door hun amateuristische gedrag mede verantwoordelijk zijn voor de uitschakeling van hun clubs -die mede daardoor enkele miljoenen euro's mislopen-, al bij hun directeuren op het matje zijn geroepen om misschien wat van de misgelopen inkomsten te compenseren.
Gelukkig heeft de realistische bondscoach Bert van Marwijk opnieuw een signaal afgegeven. Ook hij ziet in dat onze Eredivisie steeds verder wegzakt. Hij luidde al eerder de noodklok. Dit durfde hij zelfs in 2002, toen hij met Feyenoord de UEFA Cup won maar door de misplaatste jubelstemming, het chauvinisme en de propagandaverhalen toen niet werd gehoord. Van Marwijk stelt dat, als Nederlandse spelers beter willen worden, zij naar het buitenland moeten vertrekken. En dan het liefst naar echte topclubs. Maar tel de Nederlandse spelers even die de afgelopen weken negentig minuten in de Champions League actief waren. Ik kom -tel uit je winst- tot vier: Edwin van der Sar, Wesley Sneijder, Arjen Robben en Mark van Bommel. Een teken aan de wand?
Mentaliteit
Door de Olympische Winterspelen werd het voetbal dus naar het tweede plan verdrongen. Maar daardoor kwam ook het Nederlandse topsportbeleid weer eens scherp onder het vergrootglas te liggen. Uiteraard zijn onverwachte gouden medailles voor Nicolien Sauerbreij (uniek), Mark Tuitert en Ireen Wüst en de verwachte van Sven Kramer leuk meegenomen, maar deze plakken konden de zwakke plekken in onze nationale topsportbeleving niet verhullen.
In Nederland ging de vlag al uit toen (Geef ze van) Jetje Bussemaker als staatssecretaris van VWS anderhalf miljoen euro extra voor de Nederlandse topsport beschikbaar stelde, terwijl ik mij uit de periode dat ik in Sydney woonde kan herinneren dat vorig jaar nog de Australische minister-president dagelijks door het parlement aan de tand werd gevoeld of het budget van 300 (!) miljoen dollar voor de sport niet naar boven moest worden bijgesteld.
Niet alleen in financiële ondersteuning lopen wij op landen als China, Amerika, Duitsland, Frankrijk, Rusland, Italië en Oekraïne achter, maar bovendien is de achterstand in topsportmentaliteit schrijnend.
Om de top te halen, wordt een 'over mijn lijk mentaliteit' verwacht. In de top moet je meedogenloos handelen. Zo'n instelling moet er van kind af aan worden ingeslepen. Maar kan dat wel in ons land?
Huilen
Een land met prima (sport)voorzieningen, maar met een ingewortelde poldermentaliteit en zesjescultuur. Waar 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg' de norm is en waar je kop er wordt afgehakt als die een millimeter boven het maaiveld dreigt uit te komen.
Een land dat op sportief gebied wordt geleid door een voorzitster (Terpstra) die zich met iets te veel alcohol in het lijf wel voorbereidt op de winterse omstandigheden, maar niet op media-optredens. Een land dat een bewindsvrouw (Bussemaker) had die tijdens het bekend maken van de Nederlands Olympische 2028-ambities de plank in Vancouver volledig missloeg door aanwezige IOC-bestuursleden en ander hotemetoten een video over sportende daklozen te laten aanschouwen, omdat dit volgens de politica wel degelijk met sport te maken had. Een land waar het miljoenen kostende bobsleeproject de mist inging, omdat (na vier jaar trainen) de stuurman zijn zenuwen niet meer de baas kon. Een land met supporters die in het Holland Heineken House met opgeblazen ballonnen in de vorm van kazen, hamers, molens, koeien en klompen op hun hoofd onder aanvoering van de folkloristische kapelmeester Humberto Tan gewoon de polonaise inzetten als er een 'vaste' gouden medaille op de 10 kilometer is misgelopen.
Een land dat meehuilt als Sven Kramer op een amateuristische wijze op het verkeerde been wordt gezet, in een race die hij ook geblinddoekt had gewonnen, maar waar twee minuten na zijn race het filharmonisch dweilorkest Kleintje Pils doodleuk 'En van je hela hola houdt er de moed maar in' inzette.
Een land dat totaal van de leg is als een coach die zelfs -in zijn doorgeschoten perfectie met zijn bazige en controlebehoeftige inslag- bepaalt hoe de dagen van zijn sporters nauwkeurig en schematisch worden ingevuld, een sporter zo uit zijn concentratie haalt dat die een bocht mist. Een land dat de NOS aan- en afvalt doordat de sportuitzending met Gerard Kemkers' Mea Culpa wel als erg hard werd aangemerkt. Terwijl in die uitzending juist duidelijk werd dat het volledige vertrouwen tussen coach en sporter nooit meer 100 procent zal zijn en altijd in hun arbeidsrelatie zal blijven meespelen. Net zoals het vertrouwen dat de vaderlandse scheidsrechters steeds meer aan het kwijtraken zijn met hun wekelijkse Mea Culpa's op tv.
Dit weekend was het bijvoorbeeld weer de beurt aan Bjorn Kuipers, KNVB-troef voor het EK in Polen en Oekraïne, na zijn onvoldoende optreden bij Willem II - VVV-Venlo. Door het late tijdstip van de uitzending kregen velen zijn boetedoening niet mee. Dus soms komt het ook voor scheidsrechters soms goed uit dat het voetbal even op de tweede plaats staat.
Klik hier voor meer informatie over de acteur.

