"Ajax wordt alleen nog maar sterker." Dat zegt routinier Christian Poulsen. De Deense middenvelder stond als speler van Sevilla in 2007 met de cup in zijn handen. Na de loting voor de Champions League op 30 augustus had overigens nauwelijks een voetbalkenner verwacht dat Ajax na de winterstop (een treetje lager) nog actief zou zijn in Europa. "Iedereen dacht dat we in de poule met Real Madrid, Borussia Dortmund en Manchester City kansloos vierde zouden worden", vervolgt Poulsen in De Telegraaf.
"Maar tussen de kampioenen van Spanje, Duitsland en Engeland hebben we ons knap staande gehouden. De derde plaats was het maximaal haalbare, omdat we goede wedstrijden tegen Manchester City uit en thuis en in Dortmund afwisselden met drie slechte. We moeten nu de positieve punten meenemen naar de Europa League."
En dan kunnen er volgens hem nog mooie dingen ontstaan. "Dat we een jonge ploeg hebben, zegt me niks. Neem Christian Eriksen. Hij is 20 (wordt vandaag 21, red.), maar heeft meer dan dertig interlands voor Denemarken, een WK en twee landstitels met Ajax achter zijn naam. En Kenneth Vermeer, Toby Alderweireld, Niklas Moisander en Siem de Jong zijn ook al ervaren jongens. Als je van Manchester City kunt winnen, zijn Steaua Boekarest (vanavond om 19.00 uur in de Amsterdam ArenA, heenduel zestiende finale) en - in de volgende ronde eventueel - Chelsea ook mooie uitdagingen."

