"Vrijdag was het zo ontzettend plichtmatig allemaal. Neem een voetballer als Nigel de Jong, die ik bewonder en van wie we weten dat hij van grote waarde is in een team dat sterker is dan de tegenstander. Niets van gezien. Hij kreeg de bal, kaatste die terug en schoof een metertje of drie, vier op. Het feit dat hij de bal kreeg, vond ik al raar. De eerste bal van achteruit moest naar Van der Vaart of zelfs Huntelaar. Je moet de tegenstander opzoeken in zijn laatste linie en daar voetballend het gevecht aan gaan. Huntelaar had welk record dan ook aan flarden kunnen schieten en koppen. Ik werd er gewoon kwaad van."
"Tegen zo'n zwakke tegenstander moet je juist VOETBALLEN en dat staat hier niet voor niets met hoofdletters afgedrukt. Als de bondscoaches van weleer Johan Cruijff of mij tegen zo'n ploeg buiten het elftal lieten, baalden we, omdat we er wel genoegen in schiepen om zulke gasten helemaal naar huis te spelen. Spelen, ja, letterlijk spelen, liefst aan flarden."
"De rest van Europa gaat steeds aantrekkelijker voetballen, Spanje en Duitsland worden steeds leuker om naar te kijken en wij houden vier man achterin tegen Andorra. Tegen Andorra! Zo krijgt iedere tegenstander hoop tegen ons, dat is toch niet de bedoeling?"

