Cristiano Ronaldo dacht de Spaanse lijstaanvoerder in Moskou naar een gunstige uitgangspositie te hebben geschoten, maar kwam bedrogen uit toen oud-AZ'er Pontus Wernbloom in de slotseconden gelijkmaakte: 1-1. Ineens was Real Madrid helemaal niet zo zeker meer van kwalificatie voor de kwartfinales van de Champions League en moest alles op alles worden gezet om de return in Madrileens voordeel te beslechten.
José Mourinho had zijn mannen goed voorbereid, zo bleek uit de beginfase van de krachtmeting. CSKA Moskou, dat haar laatste drie Champions League-uitduels niet verloor en bovendien nog nooit aan het kortste eind trok tegen een Spaanse sparringpartner, keek in de 26e minuut tegen een 1-0 achterstand aan. Gonzalo Higuaín, die de voorkeur kreeg boven Karim Benzema, was daar op aangeven van Kaká verantwoordelijk voor.
Real Madrid, dat op 27 april haar laatste nederlaag leed in de Champions League - tegen FC Barcelona werd met 0-2 verloren - verdubbelde de marge in het tweede bedrijf via Cristiano Ronaldo, die profiteerde van een blunder van doelman Sergei Chepchugov. Benzema pikte als invaller met zijn eerste balcontact een doelpuntje mee: 3-0. Zoran Tosic deed daarna wat terug na matig verdedigen van Pepe, maar het mocht niet baten. Diep in de blessuretijd produceerde Ronaldo zijn tweede van de avond en bepaalde daarmee de eindstand op 4-1.
Zo is Real Madrid, dat van alle clubs ter wereld de meeste Champions League's op haar naam heeft staan, één van de laatste acht kanshebbers op het winnen van de cup met de grote oren. Bij CSKA Moskou kwamen oud-Eredivisionisten Ahmed Musa en Wernbloom in actie. Musa werd na een uur naar de kant gehaald, Wernbloom deed negentig minuten mee.

