Na zes minuten was al duidelijk dat Espanyol een moeizame avond tegemoet zou gaan. Tino Costa had Los Ches in die minuut vanaf de strafschopstip, veroorzaakt door Espanyol-verdediger Dídac Vilá, op een 1-0 voorsprong geschoten. Toch kwam de tweede club uit Barcelona terug in de wedstrijd, en dat door een oude bekende van de Eredivisie. Héctor Moreno, vorig seizoen nog contractspeler van AZ, legde in de 69ste minuut de gelijkmaker tegen de touwen.
Helaas voor Espanyol had Moreno's treffer enkel statistische waarde. Roberto Soldado bepaalde in de tachtigste minuut de eindstand op 2-1. Het betrof de negende overwinning van het seizoen voor de club van trainer Unai Emery, de beste start van een seizoen sinds 1947. De achterstand van Valencia, dat nog altijd geen beroep kan doen op de geblesseerde Hedwiges Martinez Maduro, op Real Madrid bedraagt nu weer zeven punten. FC Barcelona staat vier punten boven de club uit de sinaasappelstad.
Valencia eindigt het kalenderjaar met competitiewedstrijden tegen promovendus Real Betis Sevilla (uit) en Málaga (thuis). In de Champions League stuit Los Ches op Chelsea (uit), terwijl in de Copa del Rey-tweestrijd Cádiz de sparringpartner vormt. Espanyol moet zich in La Liga zien te ontdoen van Atlético Madrid (thuis) en Sporting Gijón (uit) en vormt in de nationale beker de opponent van Celta de Vigo, dat uitkomt in de op één na hoogste voetbalafdeling van Spanje.