"Ik merkte slechts voor een klein deel dat ik er even uit ben geweest, maar ik ben voor elke bal gegaan", vertelde hij tegenover ELF Voetbal, na afloop van de 1-0 bekerzege op FC Volendam. "Vooraf legde ik mezelf ook geen beperkingen op. Zo ben ik ook niet. 'Ik zie wel waar het schip strandt', hield ik me voor. Ik ken mijn eigen lichaam inmiddels wel. Ik heb geen angst gehad."
Van der Velden raakte op 16 oktober na de Gelderse derby tegen Vitesse plotseling onwel, toen hij in een gesprek met een journalist van De Gelderlander kort het bewustzijn verloor. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een nacht doorbracht op een kamer met vooral 70-plussers. Na uitgebreide testen mocht hij een dag later weer naar huis. Het duel met ADO Den Haag van afgelopen zaterdag kwam nog te vroeg.
Tegen FC Volendam voltooide hij de wedstrijd over de volle negentig minuten probleemloos. Alleen liet hij drie grote scoringskansen onbenut. "Daar baal ik van. We hadden de wedstrijd veel eerder moeten beslissen. Nu blijft het tot het einde spannend. Niet dat Volendam gevaarlijk werd, maar er was sprake van slechts een marge van één doelpunt."
"We hebben zelf redelijk goed gespeeld, hadden heel veel balbezit en positioneel stond het echt goed. Er lagen veel ruimtes op het veld, daar hadden we meer gebruik van moeten maken." Na afloop hoopte Van der Velden op een leuke tegenstander in de achtste finale van het bekertoernooi. Nog onwetende dat het Achilles'29 zou worden. "Doe mij maar Vitesse thuis. Tegen hen hebben we nog iets recht te zetten. Is er direct sprake van een vol stadion."

