"FC Barcelona was de leeuw, Real Madrid de muis", zo betitelde Alfredo di Stefano het spel van de Spaanse grootmachten in de eerste van de vier confrontaties. De machtspelletjes van José Mourinho - de oefenmeester stond de pers niet te woord en liet het gras van Estadio Santiago Bernabéu wat langer groeien om zo het combinatievoetbal van Barcelona te ontregelen - leverde Los Blancos echter wel een punt op. Ditmaal vormde Estadio Mestalla, de thuishaven van Valencia, het strijdtoneel van de grootste clubwedstrijd ter wereld en deze keer was een puntendeling niet mogelijk. Het ging immers om een bekerfinale.
Net als in de ontmoeting van afgelopen week gaf Real Madrid zich niet zomaar gewonnen. Sterker nog, De Koninklijke was bij vlagen de betere ploeg. De eerste grote kans was voor Cristiano Ronaldo, die de bal slechts deels onder controle kreeg en daardoor de verdediging van FC Barcelona de gelegenheid gaf om de Madrileense kans om zeep te helpen. Toch bleef Real Madrid goed voetballen tegen de Catalanen, die zich voor rust uit de tent lieten lokken door een Koninklijk duo. Pepe zette zijn noppen bewust in één van de benen van Lionel Messi, maar het incident ontging de scheidsrechter. Niet veel later deed Arbeloa het kunstje vrolijk over op één van de ledematen van David Villa. Wederom wilde de arbiter er niet aan geloven om een Madrileense speler met rood richting kleedkamers te sturen. Vlak voordat beide ploegen aan de thee gingen, zorgde Pepe met een kopbal voor de grootste kans van de eerste helft, maar het aluminium stond een openingstreffer in de weg.
Barça wilde het vertoonde spel dat voor rust werd geleverd in de tweede helft verbeteren en dat gebeurde ook. Real Madrid wist zich echter knap staande te houden dankzij de uitstekend keepende Iker Casillas. De Spaanse goalie leek zo nu en dan over drie armen te beschikken en haalde onder meer een snoeihard schot van Villa uit de onderhoek. Even leek het erop dat Casillas in de 68ste minuut alsnog gepasseerd zou worden, maar de inzet van Pedro werd terecht afgekeurd wegens buitenspel. De slotseconden van de wedstrijd waren voor Real Madrid, dat via Angel di Maria de bekerfinale in de reguliere speeltijd leek te gaan winnen. Jose Manuel Pinto, die Victor Valdes gedurende het hele bekertoernooi verving, kreeg er echter nog net zijn vingertoppen tegen. En dus moest er een verlenging aan te pas komen om de Spaanse eindstrijd, die in 140 landen werd uitgezonden, te beslissen.
In de extra dertig minuten die werden gespeeld, kreeg met name Ronaldo het op zijn heupen. De Portugees vertrok in de 97ste minuut in volle draft richting het doel van Pinto, die de doelpoging tot zijn verbazing net langs zijn doel zag rollen. Maar in de 104de minuut moest de 35-jarige sluitpost zich alsnog gewonnen geven. Di Maria ging een combinatie aan met Marcelo en gaf vervolgens een uitstekende voorzet richting het hoofd van Ronaldo. De vedette twijfelde geen moment en kopte het speeltuig met een diagonaal schot de kruising in. De Koninklijke slaagde er vervolgens in om FC Barcelona van scoren af te houden. Ook zonder Di Maria, die na een harde charge op zijn directe tegenstander een rode kaart voorgehouden kreeg en de laatste paar minuten vanaf de zijlijn moest aanschouwen.
De nederlaag tegen Real Madrid kende voor Guardiola een extra zuur randje. De 40-jarige oefenmeester verloor namelijk voor het eerst in zijn trainerscarrière een eindstrijd. Toch krijgt Pep al spoedig de kans om zich te revancheren, want ook in de halve finale van de Champions League strijden Barça en Real tegen elkaar.

