Hoewel Malaga in de competitie totaal geen bedreiging vormt voor Real, stond er vooraf toch wat spanning op het duel. José Mourinho had vooraf namelijk met modder gegooid naar zijn collega bij Malaga, Manuel Pellegrini. Mourinho volgde Pellegrini op bij Real en vond het nodig nog even een sneer uit te delen. "Als ik word ontslagen bij Real, ga ik weer naar een topclub", zei de Portugees, het vuurtje zo even opstokend.
Het zorgde er echter niet voor de spelers van Malaga met het mes tussen de tanden ten strijde trokken in Madrid. Het was eerder slap en gemakzuchtig wat de bezoekers lieten zien. Ook De Koninklijke speelde niet in een hoog tempo, maar zette af en toe aan en scoorde dan meteen.
Karim Benzema scoorde de eerste op aangeven van Xabi Alonso en uitblinker Angel di Maria had daarna een belangrijk aandeel in de 3-0 ruststand. De Argentijn maakte zelf de 2-0 door in een counter vanaf eigen helft de buitenspelval te ontlopen. Met een goede bal op Marcelo gaf Di Maria de assist bij de derde treffer.
De tweede helft was voor Cristiano Ronaldo, die een zuivere hattrick scoorde. Tegenvaller voor de aanvaller was wel dat hij bij het maken van de laatste goal geblesseerd raakte. De Portugees stapte direct van het veld, maar erg ernstig leek de blessure niet. Benzema maakte tussendoor ook zijn tweede van de avond. Tot overmaat van ramp moest Malaga na ruim een uur met tien man verder na de tweede gele kaart van Manolo Gaspar, de veroorzaker van een door Ronaldo benutte strafschop.