De eerste twee schoten op doel van Barcelona leverden beide een doelpunt op. In de 33ste minuut was het niemand minder dan Lionel Messi die de score opende. Hij controleerde een lobje van Xavi op de borst en stuurde daarmee Raul Albiol het bos in en schoot de bal vervolgens langs Iker Casillas. Hierdoor scoorde Messi zijn veertiende goal in de laatste negen wedstrijden.
Tien minuten na de pauze besliste Pedro de topper vroegtijdig. Een subliem steekpassje van opnieuw Xavi zette de de vleugelaanvaller alleen voor de keeper. Met binnenkant links vond Pedro de verre hoek: 0-2.
In de hele wedstrijd schoot Barcelona, inclusief de twee goals, slechts viermaal op doel. Desondanks was de overwinning verdiend. Het spel van Real Madrid was te onsamenhangend om aansprak op de zege te kunnen maken. De duurbetaalde sterren waren met hun individuele kwaliteiten niet opgewassen tegen het combinatiespel van Barca. De wedstrijd was meer hard dan goed. De teller stokte bij tien gele kaarten.
De grootste kans van de Koninklijke was voor Rafael van der Vaart. Drie minuten na de 0-2 klapte de buitenspelval van Barcelona verkeerd open, waarna onze landgenoot alle tijd van de wereld had. Zijn slechte schot ging echter recht op Victor Valdes af.