Het lijkt lichtjaren terug, maar Nederland heeft het na de eeuwwisseling zeker niet slecht gedaan in Europees verband. Feyenoord veroverde in 2002 nog tot ieders grote verbazing de UEFA Cup en PSV en AZ reikten in het seizoen 2004-2005 respectievelijk tot de halve eindstrijd van de Champions League en de UEFA Cup. Helaas voor voetbalminnend Nederland lijkt een herhaling van dit succes in de nabije toekomst een utopie. Op financieel gebied komen de clubs uit ons kikkerlandje al jaren vele miljoenen tekort om te concurreren met toonaangevende concurrenten uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en inmiddels ook de landen uit het voormalige Oostblok. Maar dat betekent niet dat we als Nederland geen successen meer boeken Europees.
Wesley Sneijder is hiervan een goed voorbeeld. Hij bewees dinsdagavond in de wedstrijd tegen CSKA Moskou, zoals wel vaker dit seizoen, het ongelijk van de Madrileense beleidsbepalers om hem deze zomer te verkopen aan Internazionale. Met een vrije trap bezorgde hij de Nerazzurri een plaats bij de laatste vier in de Champions League. De Italianen lachen momenteel in hun vuistje, omdat de dynamische middenvelder afgelopen zomer voor een bedrag van ongeveer 15 miljoen euro de gelederen kwam versterken. Een schijntje als je het vergelijkt met zijn huidige transferwaarde.
Maar daar hield het Nederlandse succes niet op. Een dag na de beslissende rol van Sneijder liet Arjen Robben zijn visitekaartje achter in de wedstrijd tegen Manchester United. Met een technisch perfect schot verschalkte hij landgenoot Edwin van der Sar. Ook Robben bracht zijn werkgever (Bayern München, red.) met zijn doelpunt een ronde verder. Saillant detail in deze is dat Robben vorig seizoen, net als Sneijder, bij Real Madrid speelde. Ook hij moest wijken door de komst van exorbitant dure spelers als Cristiano Ronaldo. Het bracht De Koninklijke zoals bekend niet het gewenste zilverwerk, want de droom op het winnen van de 'Cup met de grote oren' viel in de achtste finales tegen Olympique Lyon al in duigen.
In de minder aansprekende en lucratieve Europa League lieten de Nederlanders zich ook gelden. Hamburger SV stootte door naar de laatste vier mede door de hoofdrol die Ruud van Nistelrooij vorige week vertolkte in de thuiswedstrijd tegen Standard Luik. Dirk Kuijt boog met Liverpool in eigen huis een 2-1 achterstand om en won dikverdiend met 4-1 van Benfica. De bonkige spits was in dit duel trefzeker. Ryan Babel speelde, door zijn domme rode kaart van vorige week, niet mee aan de zijde van The Reds. Desondanks maakt ook hij nog altijd kans op Europees succes. Hedwiges Maduro greep helaas mis naar een plaats bij de laatste vier. Hij moest met Valencia zijn meerdere erkennen in Atletico Madrid.
Nederland is qua individuen dus rijk vertegenwoordigd in Europa. Bij vier van de acht halve finalisten in de Champions -en Europa League zijn Nederlanders mede verantwoordelijk geweest voor de behaalde successen. Louis van Gaal heeft zijn ploeg Bayern München halverwege het seizoen succesvol gereanimeerd, terwijl spelers als Sneijder, Robben en ook Van Nistelrooij momenteel in grootse vorm verkeren. En dat geeft hoop voor komende zomer, wanneer het WK in Zuid-Afrika op het programma staat. Wellicht kan Nederland op mondiaal niveau wél iedereen de mond snoeren.

