De ploeg van trainer Mario Been begon sterk aan de wedstrijd tegen Sampdoria. Het leidde in de negentiende minuut tot de 1-0. Leroy Fer kopte raak uit een corner van Giovanni van Bronckhorst.
Na het openingsdoelpunt bleef Feyenoord voor dreiging zorgen. Sekou Cissé speelde een sterke eerste helft en creëerde een tweetal kansen. Hij wist deze echter niet om te zetten in doelpunten.
Antonio Cassano liet niet veel later zien dat hij geweldig kan voetballen, maar zijn schot werd gepareerd door doelman Darley. Het woord was na de inzet van Cassano weer aan Feyenoord, dat in de veertigste minuut in een zetel naar de overwinning werd gedragen. Door een handsbal van verdediger Marco Rossi kregen de Rotterdammers een penalty en moest Rossi met rood de kleedkamer opzoeken. De strafschop werd benut door Luigi Bruins.
De tweede helft was door het numerieke overtal van minder amusementswaarde dan de eerste helft. Vlak na rust belandde een vrije trap van Giovanni van Bronckhorst nog wel op de lat en schoot Cissé tegen de keeper van Sampdoria aan.
Een grote kans op de 3-0 werd in de 75ste minuut niet benut door Tim Vincken. De jongeling miste een strafschop, die werd toegekend wegens een overtreding op Karim El Ahmadi. Ondanks deze misser, kwam de zege voor Feyenoord niet meer in gevaar. Jonathan De Guzman ramde de bal drie minuten voor het einde van de wedstrijd vanaf randje zestien in de bovenhoek en bepaalde de eindstand alsnog op 3-0.

